Page 74 - Demo
P. 74


                                    Hoofdstuk 372Het onderwijs van de vrijeschool in deze studie is, zoals op alle vrijescholen, gebaseerd op de opvattingen van Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie. In vrijescholen zijn de levensbeschouwelijke (antroposofische) basis en het pedagogischdidactische concept onlosmakelijk verbonden. Het pedagogisch-didactische concept is vergelijkbaar met het constructivisme, waarin de actieve combinatie van waarnemen en begrip centraal staat (Schieren, 2012). De grondslag van de vrijeschool is om kinderen te laten “worden wie zij zijn”, onder de aanname dat kinderen niet alleen kennis (denken) nodig hebben maar ook een goed ontwikkeld gevoelsleven (voelen) en een sterk lichaam (willen). Deze driehoek van denken, voelen en willen manifesteert in de pedagogische aanpak van de lessen, waar cognitieve opdrachten worden afgewisseld met creatieve- en motorische taken. De schoolvisie is vertaald in een leerplan voor vier- tot achttienjarigen dat het fundament van het onderwijs vormt. Hierbij worden ook vakoverstijgende thema’s zoals architectuur en astronomie behandeld. De vrijeschool in dit onderzoek ontstond twintig jaar geleden door het samengaan van twee kleinere vrijescholen en is nu de grootste vrijeschool voor voortgezet onderwijs van Nederland. Leerlingen van de school komen niet allemaal uit de directe omgeving van de school en reizen tot zo’n 40 kilometer om de school te kunnen bezoeken.De reguliere school in dit onderzoek heeft geen uitgesproken schoolvisie. Op de website van de school worden “talentontwikkeling” en een “veilige leeromgeving” benoemd, maar er is geen beschrijving wat de school “hoopt te worden” (DuFour & Eaker, 1998) en de twee trefwoorden worden niet verder uitgewerkt in doelen of in een leerplan. De school presenteert zich als een school met goede, veelal academisch geschoolde vakdocenten en is georganiseerd in vakgroepen. De school heeft een breed vakkenaanbod en er zijn extra faciliteiten voor hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met een aanvullende onderwijsbehoefte. Er zijn lessen voor zelfwerkzaamheid waarin leerlingen zelf aan het werk gaan onder het toezicht van een docent en de school kent een aantal pilots met onderwijsvernieuwingen, zoals de implementatie van de iPad in de lessen, wat niet per se past bij de trefwoorden van de visie. De reguliere school trekt vooral leerlingen uit de directe omgeving van de school. 3.1.2 InstrumentVeel onderzoek naar betrokkenheid is kwantitatief van aard: met vragenlijsten wordt nagegaan of er sprake is van affectieve, normatieve en/of calculatieve betrokkenheid en of de bron van (affectieve) betrokkenheid wordt gevormd door de school, door leerlingen en/of door het lesgeven (bijvoorbeeld: McInerney et al., 2015b; Park, 2005; Ester Moraal.indd 72 22-09-2023 16:12
                                
   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78