Page 51 - Demo
P. 51
schoolvisie, schoolcultuur en professionalisering: een verkenning492een gesprek consensus bereikt. Vervolgens zijn in alle transcripten de uitspraken van docenten over de aspecten voorzien van specifieke codes (Tabel 1). Bij de perceptie van gedeelde waarden en opvattingen zijn uitspraken van docenten gecodeerd op grond van beschrijvingen van gemeenschappelijke overtuigingen. Een voorbeeld van een uitspraak die gedeelde opvattingen weergeeft, is: \in.\(bijvoorbeeld: “Ik vind vakkennis overbrengen en vakinhoud belangrijk. Ik zou niet op een vmbo [mavo] willen werken omdat ik dan mijn vakkennis weinig kwijt kan.”) en over doelen van onderwijs (bijvoorbeeld: “Ik denk dat die startkwalificatie belangrijk is”). Bij de perceptie van onderling vertrouwen werden uitspraken van docenten gecodeerd die betrekking hadden op onderling vertrouwen, veiligheid en afwezigheid van redenen om elkaar te wantrouwen, terwijl uitspraken van docenten over de perceptie van onveiligheid en wantrouwen werden gecodeerd met ‘geen onderling vertrouwen’. Een voorbeeld hiervan is: “Kliekjesachtig, dat je denkt van: bah, er is onderling van alles aan de hand.” Uitspraken over de perceptie van samenwerking werden gecodeerd op groepssamenstelling (in een klein groepje collega’s of schoolbreed). Een voorbeeld van een uitspraak die gecodeerd als ‘samenwerking in een klein groepje’ is: “In de sectie werken we niet allemaal tegelijkertijd maar die-met-die en die-met-die.” Daarnaast werden uitspraken over samenwerking gecodeerd op grond van de mate van wederzijdse afhankelijkheid bij de beschreven samenwerkingsactiviteiten. Een voorbeeld van een uitspraak die is gecodeerd met intensieve wederzijdse afhankelijkheid is: “We doen ook duo-uitleg.”Bij de beschrijving van de vorm van professionaliseringsactiviteiten zijn aanvankelijk álle door docenten genoemde activiteiten gecodeerd (open coding). Dat resulteerde in een lijst van twaalf activiteiten, zoals weergegeven in Tabel 2. Een voorbeeld van een uitspraak die is gecodeerd met ‘lezen’ is: “Ik lees het nodige en haal daar inspiratie uit.” Van de twaalf aanvankelijk genoemde vormen is bepaald in welke mate ze kenmerken van effectieve professionaliseringsactiviteiten hebben: of ze ‘in de lespraktijk’ (dus in de klas) of ‘buiten de lespraktijk’ plaatsvonden en of ze ‘gezamenlijk’ of ‘individueel’ waren. Daarna is bepaald hoeveel docenten per school zei activiteiten uitgevoerd te hebben die ‘in de lespraktijk en gezamenlijk’ en die ‘buiten de lespraktijk en individueel’ waren. Uitspraken over professionaliseringsactiviteiten die inhoudelijk betrekking hebben op pedagogiek en didactiek, waaronder ook klassenmanagement, zijn gecodeerd als ‘direct gericht op het leren van leerlingen’, bijvoorbeeld: “Ik moet Ester Moraal.indd 49 22-09-2023 16:12