Page 33 - Demo
P. 33
inleiding311om oudere docenten te ontzien en vrij te stellen van taken (Van Roekel, 2008; Vrielink & Hogeling, 2008).Gedurende de loopbaan veranderen niet alleen de behoefte aan en geïnvesteerde tijd in professionalisering. Ook de aard en de mate van betrokkenheid van docenten veranderen, al variëren docenten daar sterk in (Day et al, 2007; Fessler & Christensen, 1992; Huberman, 1993). Day et al. (2007) onderzochten dit in detail en bevestigen sterk de onderzoeken van Fessler en Christensen (1992) en Huberman (1993). Zij verzamelden gedurende drie jaar data onder 300 docenten op ongeveer 100 scholen in het primair en voortgezet onderwijs in het Verenigd Koninkrijk en onderzochten onder andere de relatie tussen loopbaanfasen en privéleven van docenten en schoolcontexten waarin ze werkten. Docenten zijn in de beginfase van hun loopbaan (de eerste paar jaar) voornamelijk bezig met ‘overleven’. Ze zijn betrokken en gemotiveerd maar zijn ook nog vooral met zichzelf bezig tijdens het lesgeven. Dit is ook de fase waarin docenten relatief vaak uitvallen en stoppen met het beroep (Helms-Lorenz et al., 2020). In de jaren daarna volgt een fase waarin bekwaamheid wordt opgebouwd (Day et al., 2007; Huberman, 1993) en de identiteit als docent wordt gevormd (Day et al., 2007). In deze fase hebben docenten een goed overzicht van wat hun beroep inhoudt (Fessler & Christensen, 1992). Het is voor de meeste docenten de fase met de grootste affectieve betrokkenheid. Het is echter ook de fase waarin de verhoudingen tussen werk en privé lastig kunnen worden, omdat docenten in deze levensfase doorgaans een partner vinden en/of kinderen krijgen waardoor ze hun tijd en energie moeten verdelen over werk en thuis (Day et al., 2007). De fase rond het vijftiende ervaringsjaar valt vaak samen met de levensfase rond het veertigste, vijfenveertigste levensjaar, die we kennen als ‘midlife’ (Cooper & Mackenzie, 2011). In de loopbanen van docenten kan deze fase worden beschouwd als een kruispunt, waarop verschillen tussen docenten zichtbaar worden (Day et al., 2007). Docenten gaan leerlingen in deze fase nadrukkelijk ervaren als ‘van een andere generatie’ (Verloop, 2003). Bij ongeveer een derde van de docenten hebben in deze fase van hun loopbaan verdere ontwikkeling en goede leerlingresultaten geleid tot een toename van de betrokkenheid ten opzichte van de fase daarvoor (Day et al., 2007). Een tweede groep, die ook ongeveer een derde van de docenten betreft, behoudt dezelfde motivatie, betrokkenheid en effectiviteit als in de periode voor de ‘midlife’ en een derde groep bestaat uit docenten bij wie werkdruk, onenigheid met leidinggevenden en stagnatie van de loopbaan hebben geleid tot een daling van motivatie, betrokkenheid en effectiviteit (Day et al., 2007). Bij deze groep wordt de calculatieve component in de betrokkenheid groter. Zeker als ze een partner of gezin hebben blijven ze ook Ester Moraal.indd 31 22-09-2023 16:12