Page 32 - Demo
P. 32
Hoofdstuk 1302010). Deze component van betrokkenheid geeft docenten het gevoel dat ze ‘trapped’ zijn (Fraser, Draper, & Taylor, 1998). Een toename van de calculatieve component van betrokkenheid kan leiden tot frustratie (Day et al., 2007), tot afnemende productiviteit (Dee, Henkin, & Singleton, 2006; Ostroff, 1992; Sun, 2015), tot meer afwezigheid en ziekteverzuim (Ostroff, 1992) en tot het definitief stoppen met werken vóór de pensioendatum (Van Droogenbroeck, Elchardus, Siongers, & Spruyt, 2013). 1.2.5 Loopbaanfasen van docentenIn dit promotieonderzoek gaan we niet alleen na welke relatie er is tussen een uitgesproken schoolvisie met schoolcultuur, professionalisering en betrokkenheid van docenten, maar we onderzoeken ook of deze relatie verschilt in de verschillende fasen van docentenloopbanen.Dat is met name voor ervaren docenten, die in de Nederland de grootste groep vormen, interessant. Sommige auteurs beschrijven de beeldvorming van oudere docenten als een groep die wordt gezien als “minder productief, maar duur” (Berben, et al. 2013). In ieder geval lijkt voor oudere docenten de directe noodzaak voor professionalisering te ontbreken. Op basis van hun ervaring redden zij zich goed in hun werk (Berliner, 2004; Day et al., 2007) en ze zijn positiever over het klimaat in hun klas dan collega’s met minder werkervaring (OECD, 2009). Veldman (2017) toonde echter aan dat een deel van de docenten van 55 jaar of ouder niet goed kan inschatten hoe hun relatie met leerlingen werkelijk is: over- of onderschatting van de relatie met leerlingen komt in de laatste loopbaanfase veel voor. Er zijn daarnaast signalen dat de pedagogisch-didactische vaardigheden van docenten na het twintigste beroepservaringsjaar geleidelijk dalen (Van de Grift, Van de Wal, & Torenbeek, 2011). Lohman en Woolf (2010) toonden aan dat ervaren docenten zich als het om hun professionele ontwikkeling op eigen initiatief gaat, vooral beperken tot het uitwisselen van verhalen en het uitproberen van nieuwe dingen in de eigen les. Louws, Van Veen, Meirink en Van Driel (2017) vonden dat deze groep zich inhoudelijk vooral richt op extra curriculaire taken buiten het primaire proces en vernieuwingen, terwijl juist een gerichtheid op het primaire proces effectief is. Niet alleen de effectiviteit van de ondernomen activiteiten neemt met het vorderen van de loopbaan en de leeftijd af. Ook de daadwerkelijk geïnvesteerde tijd daalt naarmate docenten ouder worden. Docenten onder de dertig jaar besteden ongeveer 21 dagen per schooljaar aan professionele ontwikkeling terwijl docenten van vijftig jaar en ouder gemiddeld nog maar 14 dagen per jaar besteden aan professionele ontwikkeling (OECD, 2009). Dit past binnen het beeld dat het personeelsbeleid op scholen er veelal op is gericht Ester Moraal.indd 30 22-09-2023 16:12