Page 79 - Demo
P. 79


                                    schoolvisie en betrokkenheid van docenten: een verkenning773als de bron van hun affectieve betrokkenheid. Voor Max (35 jaar ervaring), die over enkele jaren met pensioen gaat, geldt: “Ik heb hier echt gewoond op school en ik ben het nu aan het loslaten al een paar jaar maar […] toen ik 50 werd heb ik het hier op school gevierd. De klassen hebben gekookt en bonbons gemaakt en noem maar op. Dit was voor mij echt de plek om een familiefeest te vieren.” Bij de reguliere school benoemt een groter aandeel van de docenten de school als een bron van affectieve betrokkenheid. Emma (17 jaar ervaring), Leo (17 jaar ervaring), Oliver (33 jaar ervaring), Sven (30 jaar ervaring) en Hannah (30 jaar ervaring) geven daarbij specifiek aan dat zij oud-leerling zijn en zich daardoor verbonden voelen met de school. Hannah is niet alleen zelf oud-leerling, maar dat geldt inmiddels ook voor haar kinderen: “Ik heb hier zelf op school gezeten. Mijn kinderen hebben op deze school gezeten. Ik zit op zoveel fronten aan … ik ben op zoveel fronten met deze school verweven. ‘Aan deze school vast’ klinkt niet goed, want dat klinkt heel negatief, maar het is míjn school.” Meer docenten van de reguliere school dan van de vrijeschool benoemen hun schoolvak als een bron van affectieve betrokkenheid. Natalie (reguliere school, 20 jaar ervaring) legt uit hoe ze ook zonder leerlingen betrokken is bij haar schoolvak: “Met mijn vak kan ik ook thuis bezig zijn. En dat doe ik. Ik ben thuis ook vertalingen aan het maken, ik schrijf aan een lesmethode, ik ben met toetsing bezig, met het College voor Examens bezig, daar kom ik geen leerling tegen.” We observeren een groter verschil tussen de beide scholen als het gaat om autonomie als bron van affectieve betrokkenheid. Slechts één docent van de vrijeschool noemt autonomie als een bron van affectieve betrokkenheid, tegenover bijna de helft van de docenten van de reguliere school. Roy (reguliere school, 36 jaar ervaring) zegt over de rol van autonomie voor zijn verbondenheid met het werk: “Ik denk dat ik hier als docent een behoorlijke vrijheid heb in het inrichten van mijn lessen. Je hebt een flinke autonomie, vind ik. Dat vind ik belangrijk. Want laat mij maar zoveel mogelijk mijn eigen gang gaan. Dan komt het wel goed. Zo min mogelijk mee bemoeien.” Voor zijn collega Ian (28 jaar ervaring) is deze autonomie een voorwaarde voor zijn werkplezier: “Als ze mij gewoon mijn ding laten doen en niet te veel op mijn dak zitten, dan kan ik nog heel lang plezier aan mijn lessen beleven.”Bronnen van normatieve betrokkenheidGeen enkele docent van de vrijeschool beschrijft normatieve betrokkenheid en één docent van de reguliere school benoemt het als een reden om te blijven. Nico (reguliere school, 16 jaar ervaring) beschrijft dat hij zich moreel verplicht voelt om te blijven omdat hij van de school ruimte krijgt om een jarenlange opleiding te volgen: “Ik vind ze heel solidair met mijn proces. Ook met mijn proces van scholing. Dat is heel veel waard voor me […] Bij die scholing val ik een aantal dagen per jaar uit. Ik compenseer dat ook wel met Ester Moraal.indd 77 22-09-2023 16:12
                                
   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83