Page 129 - Demo
P. 129


                                    schoolvisie en betrokkenheid van docenten1275dan-één-methode), de interpretatie van het screeplot en de inhoud van de factoren. Omdat we aannamen dat de verschillende factoren onderling correleren werd een oblique rotatie (promax) gebruikt. Items met een lading hoger dan 0,50 werden behouden. Items met een dubbele nagenoeg even grote lading (maximaal ,10 verschil tussen beide ladingen) werden niet behouden. Na de EFA werd een confirmatieve factoranalyse (CFA) met de R package lavaan (Rosseel, 2012) uitgevoerd op de tweede helft van de dataset om het resultaat van de exploratieve analyse te bevestigen. Er werd daarbij telkens gestart met een model bestaande uit het aantal factoren en items uit de EFA. Comparative fit index (CFI), Tucker-Lewis index (TLI), root mean squared error of approximation (RMSEA) en standardized root-mean-squared-residual (SRMR) werden gebruikt als maten voor ‘goodness-of-fit’. Op basis van de aanbevelingen van Hu en Bentler (1999) werd voor de CFI en TLI gestreefd naar waarden rond 0,95, voor de RMSEA naar waarden kleiner dan 0,06 en voor de SRMR naar waarden kleiner dan 0,08. In de CFA leverde een model met vier factoren een goede fit op (CFI= 0,972, TLI = 0,964, RMSEA=0,048, en SRMR = 0,041). De betrouwbaarheid van de uiteindelijk gevormde schalen is geverifieerd door middel van Cronbachs α en bijhorende itemanalyses, waarbij een α van 0,7 wordt gezien als voldoende betrouwbaar. De definitieve schalen zijn opgenomen in Tabel 13. 5.5.4 DatasetDe dataset bevat gegevens van 413 docenten van 24 scholen uit vier categorieën: reguliere scholen, traditionele vernieuwingsscholen, gereformeerde scholen en vrijescholen. Er zijn twee niveaus in de data: op docentniveau zijn sekse en werkervaring, affectieve betrokkenheid, normatieve betrokkenheid, calculatieve betrokkenheid en gedeelde schoolvisie gemeten; op schoolniveau is een onderscheid gemaakt tussen de vier categorieën scholen op basis van schoolvisie. Bij 35 docenten ontbraken data op één, twee of drie items. Bij deze docenten werden missende data geïmputeerd met de R package MICE (Van Buuren & Groothuis-Oudshoorn,  2011). Om de schalen voor affectieve, normatieve en calculatieve betrokkenheid onderling te kunnen vergelijken is de totaalscore gedeeld door het aantal items per schaal. In Tabel 14 zijn de beschrijvende statistieken voor deze dataset opgenomen. Tabel 14 laat zien dat er tussen de vier categorieën scholen een licht verschil is in de gemiddelde scores op de aspecten normatieve en calculatieve betrokkenheid en dat de standaarddeviatie bij het normatieve betrokkenheid groter is dan bij affectieve en calculatieve betrokkenheid.Ester Moraal.indd 127 22-09-2023 16:13
                                
   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133