Page 122 - Demo

Hoofdstuk 5120docenten op de vrije school en de reguliere school in dezelfde mate affectief betrokken zijn (hoewel de objecten van hun affectieve betrokkenheid varieerden), maar dat meer docenten op de reguliere school calculatieve betrokkenheid beschreven dan op de vrijeschool. De uitkomst van deze verkenning moet nog op grotere schaal worden geverifieerd en daarbij moet worden vastgesteld of het uitmaakt of de visie gebaseerd is op levensovertuiging of pedagogisch-didactische opvattingen. Op vrijescholen zijn deze onlosmakelijk met elkaar verbonden, terwijl er in Nederland ook scholen zijn met een uitgesproken visie enkel op levensbeschouwelijke grondslag of enkel op basis van pedagogisch-didactische opvattingen.5.3.4 Werkervaring en sekseVan enkele docentkenmerken is bekend dat ze van invloed zijn op betrokkenheid, zoals werkervaring en sekse. Meyer et al. (2012) concluderen in hun meta-analyse dat de correlatie tussen betrokkenheid en werkervaring veel sterker is dan die met persoonlijkheidskenmerken. Zij deden, evenals McInerney et al. (2015a), de aanbeveling werkervaring mee te nemen in analyses van docentbetrokkenheid. McInerney et al. (2015a) doen daarnaast de aanbeveling om ook sekse op te nemen in analyses van docentbetrokkenheid.Ten aanzien van werkervaring biedt de longitudinale studie van Day et al. (2007), die eerdere bevindingen van Fessler en Christensen (1992) en Huberman (1993) bevestigt, relevante inzichten. Hun studie met 300 docenten uit het Verenigd Koninkrijk laat zien dat docenten in de beginfase van hun loopbaan voornamelijk bezig zijn met ‘overleven’ (Day et al., 2007). Na deze eerste paar jaar krijgen docenten een goed overzicht van wat hun beroep inhoudt. In deze jaren consolideren didactische competenties (Huberman, 1993) en tot ongeveer het vijftiende ervaringsjaar is er ruimte voor enthousiasme en groei (Day et al., 2007). Na ongeveer 15 jaar werken, doorgaans rond het veertigste, vijfenveertigste levensjaar, komen docenten in de fase van ‘midlife’ (Cooper & Mackenzie, 2011). In deze fase kunnen de verhoudingen tussen werk en privé lastig worden, omdat veel docenten in deze fase een relatie en/of een gezin hebben en hun tijd en energie moeten gaan verdelen tussen werk en thuis (Cooper & Mackenzie, 2011; Day et al., 2007). In deze levensfase kan de baanzekerheid die het onderwijs biedt een van de redenen zijn om les te blijven geven (Howes & Goodman-Delahunty, 2015; Onderwijsraad, 2013). Day et al. (2007) lieten zien dat deze periode kan worden beschouwd als een ‘crossroads’ fase: bij een deel van de docenten leiden professionele ontwikkeling en goede resultaten tot een verdere toename van betrokkenheid ten opzichte van de fase daarvoor, bij een deel van de docenten Ester Moraal.indd 120 22-09-2023 16:13