Page 24 - Demo
P. 24


                                    Hoofdstuk 122nog veelal uit ouders bestonden. Tot het bijzonder onderwijs worden tegenwoordig naast de christelijke scholen (evangelisch, gereformeerd, protestants-christelijk, reformatorisch en katholiek) ook scholen met een antroposofische, islamitische of joods-orthodoxe richting gerekend (Onderwijsraad, 2019). Niet op alle bijzondere scholen in Nederland speelt levensovertuiging nog een bepalende rol. Met name op katholieke en protestants-christelijke scholen is de leerlingenpopulatie sterk gemengd qua levensbeschouwelijke achtergrond (Faber, 2012). Naast ‘vrijheid van richting’ geldt ook ‘vrijheid van inrichting’. Scholen mogen, binnen de wettelijke kaders, zelf beslissen over de inrichting van de organisatie en over de pedagogisch-didactische visie. De vrijheid van inrichting bood in de eerste helft van de twintigste eeuw de mogelijkheid tot het stichten van scholen met een specifiek pedagogisch-didactisch concept, zoals montessori-, dalton- en jenaplanscholen en recent bijvoorbeeld agorascholen, democratische scholen en scholen voor gepersonaliseerd onderwijs. Een bijzondere groep wordt gevormd door vrijescholen, die gebruik maken van zowel de vrijheid van richting (op grond van een antroposofische levensovertuiging) als de vrijheid van inrichting (op grond van de uit de levensovertuiging voortkomende pedagogische opvattingen van Rudolf Steiner). De wettelijk vastgelegde vrijheid van onderwijs maakt dat Nederland betrekkelijk veel scholen kent met een uitgesproken schoolvisie (in de zin van dat het expliciet is gebaseerd op levensbeschouwelijke en/of pedagogisch-didactische principes), en ook dat scholen met een uitgesproken visie toegankelijk zijn voor alle leerlingen die zich daarmee verbonden voelen, ongeacht het inkomen van hun ouders. De Nederlandse situatie verschilt daarin wezenlijk van die in andere landen, waar scholen met een levensovertuiging en vernieuwingsscholen meestal privéscholen zijn, die in de praktijk vaak alleen toegankelijk zijn voor kinderen van ouders die voldoende financiële middelen hebben om de hoge schoolkosten te betalen. Ook docenten kunnen in Nederland – in tegenstelling tot sommige andere landen - een school kiezen met een visie die aansluit bij hun overtuigingen. 1.2.2 Een uitgesproken schoolvisie In dit proefschrift verstaan we onder schoolvisie een concrete weergave van hoe de ideale school eruitziet. Deze weergave bevat een beschrijving van de doelen die de school nastreeft (DuFour & Eaker, 1998; Gurley, Peters, Collins, & Fifolt, 2015). Een uitgesproken schoolvisie omschrijven we als een visie die – gebaseerd op specifieke levensbeschouwelijke en/of op specifieke pedagogisch-didactische principes – een Ester Moraal.indd 22 22-09-2023 16:12
                                
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28