Page 378 - Demo
P. 378
Chapter 14376een significant hoger aantal lymfocyten gevonden in de peri-articulaire weefsels van beide monstergroepen in vergelijking met de controlegroep. Hoewel het verhoogde aantal lymfocyten meer uitgesproken is in de nietgecoate monsters, is er geen significant verschil tussen beide prothetische groepen. Hoewel het gecoate systeem meer macrofagen laat optekenen, is ook dit verschil tussen beide implantaattypen niet significant. Aan de criteria voor een SLIM Type I synovitis of SLIM Type VI reactie wordt niet voldaan en hoewel er een hoger aantal lymfocyten is, is dit nog steeds binnen aanvaardbare grenzen.Beide volgende hoofdstukken richten zich op de reïnsertie van de m. pterygoideus lateralis. In hoofdstuk 7 wordt een radiologische evaluatie van de enthese van de LPM uitgevoerd met behulp van een CT-scan. Hierbij worden vier mogelijke uitkomsten waargenomen. Bij vier schapen is er geen reïnsertie tussen het implantaat en de LPM. Drie schapen vertonen enkel een wekedelen-verbinding van 0,5-0,9mm tussen de afgezaagde (condylaire) benige LPM-insertie en de scaffold-structuur van het implantaat. Bij drie schapen wordt een combinatie gevonden van een gedeeltelijke benige en gedeeltelijke weke delen aanhechting (0,3-0,5 mm). Bij twee schapen wordt een benige ingroei van de enthesis in de scaffold waargenomen. Bij 10 van de 13 schapen is er ook sprake van een secundaire benige verbinding tussen de onderkaak en de insertie van de LPM. Hoewel vier fossa-componenten verplaatst bleken te zijn, bleef de kaakgewrichtsfunctie in deze ooien behouden.In hoofdstuk 8 worden de 5 eerder genoemde schapen die ofwel een puur benige of gedeeltelijk benige en gedeeltelijk weke delen aanhechting vertoonden, verder geanalyseerd. Om dit mogelijk te maken, wordt een gedetailleerde anatomische analyse gemaakt ter bepaling hoe de monsters moeten worden doorgesneden, waarna histologische analyse van de condylaire scaffold en LPM kan worden uitgevoerd. Deze analyse onthult meerdere osteogene eilanden binnenin de scaffold, maar er is geen sprake van een duidelijke benige ingroei. Niettemin hebben alle specimens een ononderbroken fibrotische verbinding tussen de LPM-enthese en de scaffold ontwikkelt, waardoor een goed functioneel herstel van de LPM mogelijk is. Analyse van de ramuscomponent toont Nikolas de Meurechy NW.indd 376 05-06-2024 10:15