Page 94 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 94
Een tweede consequentie is het doorbreken van geaccepteerde of veronderstelde gren- zen. Dit is onder meer bedoeld om de aandacht te vestigen op de belangen van mensen die weinig invloed hebben. Deze belangen blijven in de heersende kaders vaak buiten beschouwing en kunnen door het doorbreken daarvan naar boven worden gehaald. Daarvoor is het nodig dat je je bewust bent van de beperkingen van je eigen kennis en bereid bent om over je eigen grenzen heen te kijken.
However, in order to practice transgressivity responsibly, one must be modest enough to rec- ognise the limitations of one’s conceptual schema, and show a willingness to overcome these limitations. Modesty and transgressivity thus go hand-in-hand, since modesty acts as the impetus for transgressivity, in focusing attention on the possibility of other rules of action. (Woermann & Cilliers, 2012 p. 453)
Een derde consequentie is het belang van verbeelding. Ontwikkelingen in complexe systemen zijn nooit volledig te begrijpen. Je kunt alleen bedenken wat er zou kunnen gebeuren door verschillende mogelijkheden te overwegen, te verbinden en ermee te experimenteren. Hoe gevarieerder en rijker we dingen kunnen verbeelden, hoe beter we in staat zijn om mogelijke ontwikkelingen te voorzien en daarop te anticiperen.
In this regard, it is useful to distinguish between ‘requisite diversity’, which denotes the min- imal level of variety needed for a system to cope with its environment, and ‘excess diversity’, which allows systems to experiment internally and thereby generate a number of strategies for operating in a given environment. (Woermann & Cilliers, 2012 p. 457-458)
5.3 Professionelekennisencomplexiteit
Het voorgaande heeft met name betrekking op wat ik heb aangeduid als Kennis met een grote K: kennis die gebaseerd is op onderzoek, vastgelegd is in bijvoorbeeld publi- caties en wordt overgedragen in het onderwijs en door opleidingen. In het vorige hoofdstuk heb ik beschreven hoe medewerkers soms geneigd zijn houvast aan deze kennis te ontlenen met als gevolg dat hun handelingsverlegenheid aanhoudt of zelfs toeneemt. Morin en Cilliers maken duidelijk dat Kennis met een grote K inderdaad nooit en te nimmer op alles een antwoord kan geven. Beiden vestigen de aandacht op de onmogelijkheid om alles te kunnen verklaren en te beheersen en het belang dat daaruit voortvloeit om met onzekerheid om te kunnen gaan. Zij geven aan hoe weten- schap daarin een rol kan spelen. Morin pleit daarbij voor het vinden van manieren van onderzoek en beschrijven waarbij de werkelijkheid niet wordt ontleed en vereenvou- digd, maar gekeken wordt naar verbindingen en rekening wordt gehouden met dub- belzinnigheden in plaats van die uit te sluiten. Cilliers laat daarbij zien dat elke weten- schappelijke beschrijving of verklaring gebaseerd is op een reductie van de werkelijk- heid, waarbij facetten zijn weggelaten. Hierdoor kunnen van hetzelfde verschillende beschrijvingen en verklaringen mogelijk zijn, die niet tot elkaar zijn te herleiden, maar wel even geldig zijn. Wetenschappers moeten er daarom altijd rekening mee houden dat er ook andere verklaringen mogelijk zijn dan die zij van iets geven.
In de inleiding heb ik naast Kennis met een grote K ook kennis met een kleine k on- derscheiden. Dat is kennis die mensen ontwikkelen op basis van hun ervaringen en die het resultaat is van hun eigen denken. In het vervolg van dit hoofdstuk ga ik hier nader
96