Page 81 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 81

5 KENNIS EN COMPLEXITEIT
In de voorgaande twee hoofdstukken heb ik aan de hand van observaties, interviews en theorie beschreven wat situaties kenmerkt, waarin handelingsverlegenheid wordt ervaren, hoe medewerkers in dergelijke situaties handelen, welke afwegingen ze ma- ken en welke betekenis zij geven aan kennis. Van mijn bevindingen heb ik twee patro- nen afgeleid in de manier waarop medewerkers omgaan met handelingsverlegenheid. In het ene patroon richten medewerkers zich op het zoeken naar houvast en proberen zij de situatie te beheersen. In het andere patroon proberen medewerkers met derge- lijke situaties om te gaan door er op verschillende manieren naar te kijken en een ver- binding met de cliënt te leggen. Ik heb aangegeven hoe bij het laatste patroon sprake is van een samenspel tussen kennis met een grote en een kleine k. Oftewel Kennis die is vastgelegd in bijvoorbeeld methodieken, handboeken en richtlijnen, en kennis die mensen ontwikkelen op basis van hun ervaring en het resultaat is van hun eigen den- ken.
In dit hoofdstuk ga ik aan de hand van literatuur over het complexiteitsdenken en normatieve professionalisering dieper in op de redenen achter de manieren waarop medewerkers omgaan met handelingsverlegenheid. Daarmee wil ik de vijfde deelvraag
van mijn onderzoek beantwoorden, namelijk welke inzichten het complexiteitsdenken 5 en normatieve professionalisering kunnen geven in het samenspel tussen kennis met
een grote en een kleine k, in het bijzonder voor de (gehandicapten)zorg. Ik doe dat vanuit drie perspectieven. Het eerste perspectief is de relatie tussen complexiteit en wetenschap, waar Kennis met een grote K centraal staat. Ik beschrijf hoe het com- plexiteitsdenken zoekt naar manieren waarop in de wetenschap recht gedaan kan worden aan complexiteit. Het tweede perspectief is de professional in relatie tot com- plexiteit. Tot slot ga ik nader in op de ethische consequenties van het erkennen van complexiteit voor de ontwikkeling en het gebruik van kennis.
5.1 Opzet
Mijn uitgangspunt bij deze literatuurstudie is het kritisch complexiteitsdenken zoals die is uitgewerkt door de Zuidafrikaanse filosoof Paul Cilliers. Cilliers baseert zich mede op het gedachtegoed van de Fransman Edgar Morin, die stelt dat de principes waarvan de wetenschap van oudsher uitgaat, belemmeren om om te gaan met de com- plexe vraagstukken, waarmee mensen tegenwoordig worden geconfronteerd. Volgens Morin is daarom een nieuw paradigma in de wetenschap nodig. Een paradigma is het resultaat van een culturele, historische en maatschappelijke ontwikkeling, waarin nieuwe inzichten en ideeën bij elkaar komen en worden verbonden. De ontwikkeling van een nieuw paradigma is daardoor een langdurig proces, dat de inzet van veel men- sen vraagt en waarvan de ontwikkeling niet te voorspellen is. Morin pretendeert
83



























































































   79   80   81   82   83