Page 41 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 41
tot relativisme en een wetenschap waarin alles is geoorloofd. Volgens Hosking wape- nen onderzoekers zich daartegen door zich wetenschappelijke criteria aan te meten en die te gebruiken om hun aanpak te onderbouwen. Voorbeelden daarvan zijn het minimaliseren van vooringenomenheid en het zichtbaar maken van mogelijke verte- kening in het onderzoek. Wetenschappelijke kennis wordt daarmee apart gezet van andere vormen van kennis. Kennisontwikkeling wordt gezien als een individuele acti- viteit van een wetenschapper die de betrouwbaarheid en validiteit bepaalt zonder daarbij de vooronderstellingen ter discussie te stellen, die daaraan ten grondslag lig- gen.
Reflexivity remains an individual act in which scientists evaluate the reliability and validity of their findings but do not reflect on or revise their meta-theoretical assumptions, that is, ‘the context of justification’. (Hosking, 2006 p. 270)
Zoals ik aan het begin van dit hoofdstuk heb aangegeven, strookt dat niet met het sa- menspel tussen kennis met een grote en een kleine k waar ik me in dit onderzoek op richt. Ik geef daarom ook in mijn onderzoek ruimte aan zowel kennis die is vastgelegd en gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek, als kennis die mensen zelf ontwikke- len door ervaring en eigen denken.
Dat betekent niet dat alles is geoorloofd. Zoals ik hiervoor heb beschreven, bedien ik me in het onderzoek van methoden die in de wetenschap zijn ontwikkeld en beproefd en beschrijf ik de stappen in het onderzoek op een manier dat deze navolgbaar zijn. Ik hecht echter net zoveel waarde aan de inbreng van betrokkenen uit de praktijk en aan hun erkenning van de bevindingen. Zoals Hosking en Pluut (2010) aangeven is het niet de wetenschapper die de kwaliteit en aannemelijkheid van een onderzoek en de bevin- dingen bepaalt, maar gebeurt dat in een dialoog van de kant van zowel de wetenschap als de praktijk.
Our premises direct attention, both to the varying possibilities of particular texts or acts be- ing performed, and to the possibility that they will be supplemented, and if so – with what effect – such that they are "socially certified," "credited," or "dis-credited" as relevant or irrelevant, good or bad. (Hosking & Pluut, 2010 p. 61)
42