Page 40 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 40
nooit een probleem adequaat kan oplossen of alternatieve verklaringen kan weerleg-
gen. Elke benadering heeft haar eigen specifieke focus. Door een combinatie van ge- zichtspunten ontstaat meer inzicht in hetgeen wordt onderzocht en kunnen bevindin-
gen van het ene gezichtspunt getoetst worden op basis van de bevindingen vanuit een
ander gezichtspunt. Patton (2002) benadrukt dat het doel van triangulatie niet is om
te komen tot gelijkluidende uitkomsten vanuit verschillende perspectieven, maar juist
om de verschillen te gebruiken om tot een zo rijk mogelijk begrip te komen. 2
However, a common misunderstanding about triangulation is that the point is to demon- strate that different data sources or inquiry approaches yield essentially the same result. But the point is really to test for such consistency. Different kinds of data may yield somewhat different results because different types of inquiry are sensitive to different real-world nu- ances. (Patton, 2002 p. 248)
Patton geeft aan dat triangulatie onder meer kan worden bewerkstelligd door ver- schillende onderzoeksmethoden te gebruiken, verschillende relevante groepen res- pondenten bij het onderzoek te betrekken en het onderwerp van het onderzoek vanuit verschillende theoretische perspectieven te belichten. Flick (2007) voegt daar nog de mogelijkheid aan toe om het onderzoek door verschillende mensen te laten uitvoeren. In het verlengde daarvan gebruik ik in dit onderzoek verschillende methoden, name- lijk interviews, de analyse van observaties en coöperatief onderzoek. Bovendien put ik uit verschillende bronnen. De interviews zijn met medewerkers die werken op ver- schillende locaties, in verschillende organisaties en voor verschillende doelgroepen binnen de gehandicaptenzorg. De observaties die ik heb geanalyseerd, zijn uitgevoerd op verschillende locaties van verschillende organisaties en hebben betrekking op ver- schillende begeleidingssituaties.
Hoewel ik het grootste deel van dit onderzoek zelf heb uitgevoerd, hebben de deelne- mers aan het coöperatieve onderzoek als co-onderzoeker een belangrijke rol gespeeld bij de interpretatie van de gegevens en het toetsen van de bevindingen. Op die manier konden zij zo nodig voorkomen dat ik relevante aspecten over het hoofd zag of mijn interpretaties werden gekleurd door mijn eigen opvattingen zonder deze expliciet te maken.
Dialoog
Hoewel het constructivisme zegt daar afstand van te nemen, stelt Hosking (2006) ech- ter dat onderzoek dat op deze benadering is gebaseerd, toch vaak gericht is op het genereren van objectieve kennis, al wordt die gezien als imperfect.
Constructivist inquiries often continue to be oriented around an interest in ‘aboutness knowledge’ and its (in)accuracy as a representation of an independently existing world. (Hos- king, 2006 p. 270)
Zij wijt dat onder meer aan de druk uit de wetenschap om zich te verantwoorden. Als een onderzoeker bijvoorbeeld op grond van het constructivisme de gangbare weten- schap bekritiseert, wordt dat snel afgedaan als naïef, omdat iedereen wel begrijpt dat kennis is geconstrueerd. En als een onderzoeker te ver lijkt te gaan in zijn of haar stelling dat kennis is geconstrueerd, dan wordt dat dwaas gevonden, omdat dat leidt
41