Page 18 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 18

Politieke compromissen gaan hun intrede doen bij de rapportering van wetenschappelijk on- derzoek. Onderzoekers zullen zich vooral richten op problemen die op de politieke agenda hoog staan genoteerd en zullen zich richten op onderwerpen waarvoor geld te halen valt. Door straf gestelde tijdlimieten zal de reflectie in en op onderzoek steeds minder plaatsvin- den. (Schuyt, 1991 p. 314)
Hierdoor ontstaat volgens Schuyt een schemerige symbiotische ruilrelatie tussen we- tenschap en beleid, die weinig meer te maken heeft met de maatschappelijke proble- men, waarvoor een oplossing moet worden gevonden.
Professionals
Niet alleen met betrekking tot het beleid is er sprake van een spanning tussen ener- zijds het belang dat aan (praktijkgericht) wetenschappelijke kennis wordt gehecht, en anderzijds de uitwerking daarvan in de praktijk. Mol (2006) laat zien dat ook professi- onals daarmee kunnen worstelen. Ze beschrijft hoe enerzijds van artsen wordt ver- wacht dat ze beschikken over wetenschappelijke kennis op basis waarvan ze een pati- ent kunnen uitleggen welke behandelmogelijkheden er zijn en welke consequenties die hebben. Anderzijds ervaren artsen dat in de praktijk behandelmogelijkheden niet zo duidelijk af te bakenen zijn en dat wat iemand mankeert, zich grillig en onvoorspel- baar ontwikkelt. Behandelingen pakken daardoor anders uit dan op basis van weten- schappelijke kennis was verwacht. Ook blijken wetenschappelijk gefundeerde richtlij- nen niet altijd in de praktijk te werken.
Dit dwingt professionals af te wijken van de voorschriften en om oplossingen te vin- den voor onverwachte en onvoorziene situaties en vraagstukken. Artsen hebben vol- gens Mol vaak de neiging dat af te doen als ruis of rommeligheid en lijken zich ervoor te schamen dat hun kennis niet altijd aansluit op de praktijk. Dat ze in hun werk moe- ten improviseren om de kloof tussen kennis en de werkelijkheid te overbruggen, wordt gezien als een noodzakelijk kwaad, waarover professionals niet graag praten. Zij pleit er daarom voor om op een andere manier naar kennis te kijken.
Ze reduceren de complexiteit van de kliniek tot rommeligheid. Alledaagse praktijken, heet het dan, plegen nu eenmaal niet aan theoretische idealisering te voldoen. Maar is dat wel zo? Is het wel terecht dat zoveel klinici zich schamen voor de kloof tussen de dominante voor- stelling van wetenschap en techniek aan de ene kant en wat er in hun spreekkamers gebeurt aan de andere kant? Is het wel terecht dat ze hun improvisaties verdedigen als ‘nu eenmaal noodzakelijk kwaad’? Het kan ook dat het tijd wordt om onze voorstelling van wetenschap- pelijke kennis, medische techniek en professioneel handelen te herzien. (Mol, 2006 p. 60)
Ook Schön (1991) beschrijft hoe het belang dat gehecht wordt aan het gebruik van we- tenschappelijke kennis in de praktijk, professionals in verlegenheid brengt. Volgens hem wordt het denken over professionaliteit gedomineerd door wat hij technische ra- tionaliteit noemt, waarin het handelen van professionals gezien wordt als het instru- menteel oplossen van problemen door de strikte toepassing van wetenschappelijke theorieën en technieken.
According to the model of Technical Rationality - the view of professional knowledge which has most powerfully shaped both our thinking about the professions and the institutional relations of research, education, and practice - professional activity consists in instrumental
18


























































































   16   17   18   19   20