Page 166 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 166

probleem uit de weg te ruimen. Zoals ik heb laten zien kan wetenschappelijke kennis voor veel praktijkproblemen geen pasklare antwoorden bieden. Doordat wetenschap en praktijk op die manier niet kunnen voorzien in elkaars verlangens, ontstaat een kloof. Deze kloof heeft hierdoor niet zozeer te maken met de beschikbaarheid of toe- gankelijkheid van kennis, maar meer met de manier waarop betrokkenen naar zichzelf en de ander kijken en welke betekenis zij op basis daarvan aan kennis geven.
Om daar verandering in te brengen is een wetenschap nodig, die niet over de praktijk uitspraken doet, maar daarmee in gesprek gaat. En die zich niet beroept op objectivi- teit en autoriteit, maar die zonder de toegevoegde waarde te verliezen beseft dat zij niet de wijsheid in pacht heeft en die open staat voor andere invalshoeken. Dat betreft niet alleen de verspreiding van de resultaten van onderzoek, maar ook het onderzoek zelf. Weliswaar worden in toenemende mate medewerkers en cliënten bij onderzoek betrokken, maar is hun rol vooral gericht op legitimatie van het onderzoek of het hel- pen van de onderzoeker. Ook praktijkgericht onderzoek wordt daardoor grotendeels bepaald door de eisen die de wetenschap stelt en levert niet altijd direct iets op voor degenen die vanuit de praktijk bij het onderzoek betrokken zijn. Om daaraan tegemoet te komen heb ik in dit onderzoek zowel methoden gebruikt die de nadruk leggen op ontwikkeling en verandering – belang-stellend ontwikkelen en waarderend onder- zoeken – als die meer gericht zijn op het verkrijgen van inzicht – de interpretatieve fenomenologische analyse en coöperatief onderzoek. De combinatie van deze twee in- valshoeken bood mij enerzijds ruimte om in gesprek te gaan met de praktijk en samen te zoeken naar mogelijkheden om beter om te gaan met handelingsverlegenheid. An- derzijds kreeg ik hierdoor inzicht in patronen en factoren die onder de oppervlakte spelen en die door ze aan het licht te brengen, de praktijk kunnen helpen om nieuwe perspectieven te zien.
Dat wetenschap en praktijk tegenover elkaar kunnen staan, heeft echter niet alleen met de manier van onderzoek te maken, maar ook met de eisen en voorwaarden van financiers en wetenschappelijke instituties. Dit onderzoek laat zien hoe vanuit ver- schillende perspectieven wordt geconstateerd dat de gebruikelijke manier van weten- schap niet voldoet om tegemoet te komen aan de complexe vraagstukken waar mensen en de samenleving mee geconfronteerd worden. Dit komt niet alleen terug in het com- plexiteitsdenken en normatieve professionalisering die ik gebruikt heb bij de inter- pretatie van de bevindingen in de praktijk, maar ook in de methodologie, zoals bij Van Strien (1986) en Heron (1996). Door deze perspectieven niet als afzonderlijke opvattin- gen te zien, maar als een duidelijke trend waarin dezelfde principes resoneren, kunnen deze wellicht aanzwellen tot een beweging die leidt tot meer aandacht in de weten- schap voor de complexiteit van de werkelijkheid en het wegnemen van prikkels die aanzetten tot het vereenvoudigen daarvan en het wekken van de schijn van zekerheid. Dat zal niet alleen het samenspel tussen kennis met een grote en een kleine k in de praktijk kunnen bevorderen, maar kan ook meer ruimte voor dit samenspel binnen de wetenschap zelf bieden.
168































































































   164   165   166   167   168