Page 163 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 163

wetenschappelijk onderzoek zou moeten worden ingevuld. In dat geval had ik de be- vindingen moeten laten uitmonden in hypothesen, die aan de werkelijkheid zouden moeten worden getoetst om te komen tot kennis waarmee de werkelijkheid wordt ver- klaard en voorspellingen kunnen worden gedaan, om ontwikkelingen te kunnen be- heersen. Het onderzoek maakt duidelijk waarom dit haaks zou staan op de bevindin- gen zelf.
In dit onderzoek heb ik gesteld dat de werkelijkheid zich vaak niet laat verklaren, voorspellen of beheersen, doordat factoren elkaar over en weer beïnvloeden en het verloop van ontwikkelingen afhankelijk is van de omgeving waarin deze plaatsvindt. Daardoor kunnen zich altijd onverwachte ontwikkelingen voordoen. Het zou vanuit dit perspectief niet passen om in het onderzoek wel te veronderstellen dat de relatie tussen kennis en praktijk zo is vast te stellen, dat deze kan worden verklaard, voor- speld en beheerst. Daarmee zou worden voorbijgegaan aan de complexiteit daarvan, die altijd een persoonlijke afweging en interpretatie vraagt. In dit onderzoek heb ik daarom naar een manier gezocht, waarmee daaraan niet voorbijgegaan wordt. Daar- mee wil ik een ander licht werpen op het vraagstuk over de relatie tussen kennis en praktijk, waar bestaande invalshoeken geen soelaas bieden voor medewerkers die ge- confronteerd worden met situaties waarin hun professionele deskundigheid geba- seerd op Kennis met een grote K niet voldoet.
De bevindingen van dit onderzoek hebben daardoor in plaats van een verklaring in
mijn ogen meer het karakter van een proeve van hoe naar de verbinding tussen kennis
en praktijk kan worden gekeken en van hoe dit in praktijk kan worden gebracht om medewerkers te helpen om om te gaan met handelingsverlegenheid. Dat neemt niet
weg dat deze proeve gestoeld is op een proces dat gebaseerd is op wetenschappelijke
principes en methoden. Daarmee heb ik bepaald welke gegevens zich lenen om inzicht
te krijgen in mijn onderzoeksvraag, hoe die gegevens het beste kunnen worden verza-
meld en geanalyseerd en op welke manier de afzonderlijke deelstudies elkaar kunnen aanvullen en versterken. Om ervoor te zorgen dat de vooronderstellingen, opzet en conclusies van het onderzoek navolgbaar en controleerbaar zijn, heb ik mijn keuzes in
het onderzoek zorgvuldig beschreven en onderbouwd. Op die manier kunnen de be- vindingen van dit onderzoek net als de uitkomsten van onderzoek dat wel gericht is
op het vinden van een verklaring, gezien worden als Kennis met een grote K. Ze zijn vastgelegd en kunnen worden overgedragen. Door de bevindingen te onderbouwen
met behulp van theorie en empirische gegevens is de betekenis gestold. 7 Bovendien heb ik ondanks dat ik de bevindingen niet heb getoetst, wel in zekere zin
de empirische cyclus rond gemaakt door de bevindingen in praktijk te brengen. Om recht te doen aan de complexiteit van het vraagstuk heb ik me daarbij niet beperkt tot de feiten, maar ook gebruik gemaakt van wat er in en tussen mensen plaatsvindt. In de laatste studie heb ik zo laten zien hoe deze bevindingen mij en de andere deelne- mers hielpen om inzicht te krijgen in de rol die handelingsverlegenheid speelt bij de implementatie van een nieuwe werkwijze en hoe de deelnemers dit inzicht hebben be- nut om om te gaan met hun eigen handelingsverlegenheid en die van hun collega’s.
165





















































































   161   162   163   164   165