Page 120 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 120

When someone reflects-in-action, he becomes a researcher in the practice context. He is not dependent on the categories of established theory and technique, but constructs a new theory of the unique case. His inquiry is not limited to a deliberation about means which depends on a prior agreement about ends. He does not keep means and ends separate, but defines them interactively as he frames a problematic situation. He does not separate thinking from doing, ratiocinating his way to a decision which he must later convert to action. (Schö n, 1991 p. 68)
Ook Stacey laat zien dat mensen kennis ontwikkelen door in interacties betekenissen toe te kennen en te toetsen. In die interacties spelen niet alleen wat we waarnemen en bedenken een rol, maar ook wat we voelen. Deze kennis ligt niet vast en kan daardoor niet worden geëxpliciteerd.
Eerder in dit hoofdstuk heb ik daarbij al de verbinding gelegd met het onderscheid dat Garvey en Williamson (2002) maken tussen kennis met een kleine en een grote k. Ken- nis met een kleine k is daarin de kennis die mensen continu ontwikkelen op basis van hun ervaringen en die het resultaat is van hun eigen denken. Kennis met een grote K is de kennis, die is vastgelegd en onderbouwd door middel van onderzoek. Stacey laat zien hoe Kennis met een grote K niet op zich staat, maar door mensen wordt geïnter- preteerd en afgewogen op basis hun kennis met een kleine k.
Samenspel
Ik zie daarom de ontwikkeling van kennis als een samenspel tussen kennis met een grote en een kleine k. In dit samenspel is kennis met een kleine k de drijvende kracht bij het omgaan met complexiteit. Die kennis is verbonden met concrete ervaringen en helpt om oplossingen te vinden, wanneer we ervaren dat we iets niet goed kunnen verklaren of iets niet kunnen oplossen.
Dit sluit aan op de bevindingen uit de interviews en de analyse van de observaties die ik in de voorgaande hoofdstukken heb beschreven. Daarin heb ik twee patronen on- derscheiden in de manier waarop medewerkers omgaan met situaties waarin ze han- delingsverlegenheid ervaren. In het ene patroon gaan medewerkers op zoek naar wat zich onder de oppervlakte bevindt om een manier te vinden om met een situatie om te gaan, waarvoor hun kennis tekortschiet. In dit hoofdstuk heb ik aan de hand van het complexiteitsdenken beschreven hoe dit kan worden gezien als de ontwikkeling van kennis met een kleine k, waarmee mensen proberen om te gaan met wat ze niet van een situatie begrijpen of met een probleem waarvoor ze geen oplossing paraat hebben. Tevens heb ik laten zien hoe daarbij ook sprake is van een ethische dimensie en men- sen eveneens kennis met een kleine k aanwenden om daarmee om te gaan. Zo heb ik aan de hand van Benjamin en MacIntyre beschreven hoe mensen de ontwikkeling van kennis met een kleine k gebruiken wanneer ze belemmerd worden om te doen wat ze belangrijk vinden. Bijvoorbeeld door verleidingen van extrinsieke waarden of druk die op hen wordt gelegd door het belang dat anderen daaraan hechten en door moeite die mensen hebben met het omgaan met gevoelens van schaamte, onzekerheid, angst en kwetsbaarheid die anderen bij hen oproepen. Bij het ontwikkelen van kennis met een kleine k laten ze bestaande betekenissen los en ontwikkelen nieuwe door interacties met hun omgeving en in zichzelf.
122




























































































   118   119   120   121   122