Page 119 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 119

ontwikkeling en het gebruik van kennis om daarmee om te gaan. Het omgaan met complexiteit vraagt van mensen om houvast los te laten en te accepteren dat ze altijd te maken zullen hebben met onzekerheid. Kennis is niet iets dat een definitief ant- woord geeft op een vraagstuk, maar een middel dat in een specifieke tijd en context kan helpen om hiermee om te gaan.
Dit sluit aan op het onderscheid van Schön (1991) tussen het moeras en de hoge grond, waar ik in de inleiding al op in ben gegaan. De hoge grond is het terrein in de praktijk waar professionals op basis van hun technische kennis situaties kunnen voorspellen en naar hun hand kunnen zetten. Het moeras staat voor situaties waarin de omstan- digheden voor de professional onduidelijk en verwarrend zijn en waar een technisch rationele benadering niet voldoet om om te gaan met de problemen die zich daar voor- doen. Net als Morin en Cilliers wijst Schön op de consequenties, wanneer professionals in dergelijke situaties toch vasthouden aan hun kennis. Ze zijn dan niet voorbereid op onvoorziene ontwikkelingen of zien aspecten over het hoofd, die niet op basis van hun kennis kunnen worden verklaard. Ze missen daardoor volgens Schön het vermogen om om te gaan met de vraagstukken en problemen die voor mensen en de samenleving het meest van belang zijn.
Reflectie-in-actie
Hoe kunnen mensen dan wel met deze vraagstukken omgaan? Zoals ik in dit hoofdstuk
heb beschreven ziet Stacey het omgaan met complexiteit als een continu proces waarin
we bestaande betekenissen gebruiken om een voorstelling van de werkelijkheid te ma-
ken en tegelijkertijd zoeken naar nieuwe betekenissen voor wat we nog niet van de 5 werkelijkheid begrijpen. Ook Sennett beschrijft hoe mensen handelen op basis van in-
gesleten routines en op de momenten dat deze niet voldoen, nieuwe kennis ontwikke- len door op zoek te gaan naar een oplossing. Mits mensen fouten willen en mogen maken en niet opgeven, leren ze zo al doende complexiteit beter te hanteren. Dit geldt niet alleen voor professionals, maar ook voor wetenschappers. Zoals Cilliers aangeeft, moeten ook zij hun kennis voortdurend kritisch tegen het licht houden, om zich be- wust te zijn van de beperkingen van hun denken en open te staan voor andere moge- lijkheden.
Hoewel we met onze kennis ontwikkelingen tot op zekere hoogte kunnen verklaren en voorspellen, is dat, zoals Schön (1991) aangeeft, niet voldoende om om te kunnen gaan met vraagstukken en problemen die van wezenlijk belang zijn voor mensen en de sa- menleving. Daarbij kunnen we niet om complexiteit heen en moeten we accepteren dat niet alles te verklaren en te voorspellen is. Om daarmee om te kunnen gaan is een voortdurend proces nodig, waarin mensen bestaande betekenissen loslaten en vervan- gen door nieuwe op basis van interacties in zichzelf, met anderen en met hun omge- ving. Dit komt overeen met wat Schön reflectie-in-actie noemt, waarin professionals reflecteren op waarmee ze worden geconfronteerd in hun werk en de kennis die ze daarmee in verband brengen. Door die reflectie kunnen ze anders naar een situatie gaan kijken of op ideeën komen om beter met een situatie om te gaan.
121

























































































   117   118   119   120   121