Page 122 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 122
gehecht aan Kennis met een grote K, domineert die daardoor ook het denken van men- sen, waarmee de positie van Kennis met een grote K in de samenleving weer wordt bekrachtigd.
Dit sluit aan op de constatering van Schön (1991) dat door de nadruk op technische rationaliteit het loslaten van bestaande betekenissen voor professionals lang niet van- zelfsprekend is. Professionals zien zichzelf daardoor vaak als deskundigen die zich van anderen onderscheiden door hun gespecialiseerde kennis, waarmee ze de vraagstuk- ken in hun werk kunnen oplossen. In plaats van te reflecteren zien ze meer heil in het hanteren van technieken en in het vasthouden aan wat ze gewoon zijn en wat hen helpt om situaties onder controle te houden. Het erkennen dat ze over iets niet zeker zijn, zien ze als een teken van zwakte.
Daarnaast wijst Schön erop dat medewerkers die wel ruimte geven aan reflectie in hun werk, ook worden gehinderd door de nadruk op de technische deskundigheid, omdat van hen wordt verlangd dat ze zich daarover verantwoorden op grond van het toepas- sen van aanvaarde, vastgelegde en wetenschappelijk onderbouwde kennis.
Many practitioners, locked into a view of themselves as technical experts, find nothing in the world of practice to occasion reflection. They have become too skillful at techniques of selec- tive inattention, junk categories, and situational control, techniques which they use to pre- serve the constancy of their knowledge-in-practice. For them, uncertainty is a threat; its ad- mission is a sign of weakness. Others, more inclined toward and adept at reflection-in-action, nevertheless feel profoundly uneasy because they cannot say what they know how to do, can- not justify its quality and rigor. (Schö n, 1991 p. 69)
Doorbreken van patronen
Hoe is dit te doorbreken, zodat medewerkers bereid en in staat zijn om wat ze niet begrijpen, te onderzoeken in interacties met hun omgeving en in zichzelf, in plaats van vast te houden aan veronderstelde zekerheden? De ethische benadering van com- plexiteit laat zien dat mensen daarvoor kritisch naar zichzelf moeten kijken. Wat vind ik belangrijk? Waarom voel ik weerstand bij iets? Ook dit vraagt om het loslaten van bestaande betekenissen, die iemand heeft ontwikkeld van zichzelf en van een ander, als die het omgaan met iets in de weg staan. Kunneman (2015b) verduidelijkt dit aan de hand van een onderscheid van de Franse filosoof Paul Ricoeur tussen twee polen in iemands identiteit. Ricoeur duidt deze aan met idem en ipse. Idem slaat op datgene dat iemand karakteriseert: iemands kenmerken op basis waarvan hij of zij door ande- ren wordt herkend, zoals zijn of haar manier van doen, gewoontes en overtuigingen.
Describing the identity of persons with reference to the idem-pole of their identity, their ‘character’, answers the question what they are: what is more or less repetitive in their ac- tions and reactions and thus can be confidently predicted about them. (Kunneman, 2015b p. 5)
Ipse verwijst naar hoe iemand reageert op wensen of behoeften van een ander of an- deren. Hierbij draait het om de vragen 'wie ben ik?' en 'wie ben jij voor mij?'. Voorbeel- den van aspecten van ipse zijn het nakomen van beloftes, trouw zijn aan iemand en je houden aan je morele principes. Kunneman geeft aan dat mensen dat lang niet altijd
124