Page 116 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 116

in the course of trying to achieve those standards of excellence which are appropriate to, and partially definitive of, that form of activity, with the result that human powers to achieve excellence, and human conceptions of the ends and goods involved, are systematically ex- tended. (MacIntyre, 2007 p. 187)
Mensen die met elkaar aan een praktijk werken, delen bepaalde uitgangspunten en standaarden. Deze kunnen onder meer betrekking hebben op kennis en vaardigheden, waarover je moet beschikken om aan een praktijk te kunnen deelnemen. Mensen zet- ten die in om de intrinsieke waarde van hun praktijk zo goed mogelijk te realiseren. Al doende passen ze de kennis en vaardigheden aan en verrijken die op basis van hun persoonlijke ervaring. Hierdoor zijn de kennis en vaardigheden in een praktijk steeds in ontwikkeling ten behoeve van wat de desbetreffende praktijk beoogt.
What is distinctive in a practice is in part the way in which conceptions of the relevant goods and ends which the technical skills serve – and every practice does require the exercise of technical skills – are transformed and enriched by these extensions of human powers and by that regard for its own internal goods, which are partially definitive of each particular prac- tice or type of practice. (MacIntyre, 2007 p. 193)
Vanuit het perspectief van het complexiteitsdenken kunnen de uitgangspunten en standaarden die mensen in een bepaalde praktijk delen, gezien worden als het resul- taat van zelforganisatie. Zoals onder anderen Morin en Stacey laten zien, ontstaan in complexe systemen structuren, doordat elementen in een systeem op elkaar en op in- vloeden uit de omgeving reageren. De uitgangspunten en standaarden waar MacIntyre het over heeft, worden dan ook niet van bovenaf opgelegd, maar ontwikkelen zich in de praktijk zelf.
Extrinsieke waarden
De zienswijze van MacIntyre sluit aan bij wat Sennett schrijft over de drijfveer van mensen om hun werk goed te doen en hoe het verrichten van werk nieuwe inzichten en vaardigheden oplevert. MacIntyre wijst er echter op dat in een praktijk ook andere belangen spelen dan je werk zo goed mogelijk te doen, zoals het verkrijgen van status, macht en rijkdom. Deze waarden zijn niet gekoppeld aan een specifieke praktijk, maar zijn op verschillende manieren te verwerven. Om die reden noemt MacIntyre ze ex- trinsieke waarden.
MacIntyre benadrukt dat geen enkele praktijk zonder extrinsieke waarden kan. Om zich in te kunnen spannen voor een praktijk moeten medewerkers bijvoorbeeld er een redelijk inkomen aan kunnen verdienen en een positie verwerven. Intrinsieke en ex- trinsieke waarden zijn daardoor onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tegelijkertijd kunnen ze echter ook op gespannen voet met elkaar staan. MacIntyre stelt dat als daar sprake van is, de intrinsieke waarde dan dikwijls ten koste gaat van de extrinsieke waarden. Hij wijt dit aan het competitieve karakter van de extrinsieke waarden. De ontwikkeling van de intrinsieke waarde is afhankelijk van de capaciteiten van de men- sen die in een praktijk werken en komt aan iedereen ten goede. Dat ligt anders bij extrinsieke waarden. Deze waarden worden voor een belangrijk deel verkregen door competitie met anderen die dezelfde extrinsieke waarden willen bemachtigen, zoals
118



























































































   114   115   116   117   118