Page 114 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 114

change of gestures between mother and child, in the relationship that has been called one- ness. I consider this early exchange to be a form of thirdness, and the principle of affective resonance that underlies it, “the one in the third.” (Benjamin, 2007 p. 7)
Het tweede facet wordt de ‘derde-in-de-één’ genoemd. Dit houdt in dat iemand een ander aanvoelt. Aron geeft aan dat hoe goed iemand de ander ook begrijpt, dat nooit precies hetzelfde is. Elke voorstelling die iemand van een ander heeft, wordt beïnvloed door wat iemand zelf is.
Emotional attunement, mirroring, and empathy all have built-in elements of authenticity along with reflections of the other. Mirroring, and empathy itself, dialectically contain ele- ment of authenticity and do not wipe out the features of either self or other. (Aron, 2006 p. 358)
Volgens Aron is het juist die eigen inkleuring, waardoor een derde positie ontstaat. De ander krijgt daardoor namelijk een reactie die gebaseerd is op een gevoel dat niet he- lemaal overeenkomt met hoe hij of zij zich daadwerkelijk voelt. Een derde positie ont- staat wanneer de ander daardoor aan het denken wordt gezet over zijn of haar eigen gevoel. Aron noemt als voorbeeld hoe een moeder reageert, wanneer haar kind valt. Het kind schrikt en heeft pijn. De moeder reageert daarop, maar denkt tegelijkertijd dat het wel mee valt. Het kind merkt daardoor dat het wel aandacht krijgt van iemand die aanvoelt dat het pijn heeft, maar toch ook anders is.
It is in this way that mirroring creates a third symbolic intersubjective space of representa- tion between infant and parent allowing for and facilitating mentalization and affect-regu- lation. (Aron, 2006 p. 358)
Beide facetten – de ‘één-in-de-derde’ en de ‘derde-in-de-één’ – zijn nauw met elkaar verbonden, waarbij de één de ander versterkt en ze niet zonder elkaar kunnen. De ‘één-in-de-derde’ zorgt voor verbinding tussen mensen en de ‘derde-in-de-één’ maakt dat mensen zich van elkaar onderscheiden.
De twee facetten maken tevens duidelijk dat een derde positie alleen door mensen sa- men gecreëerd kan worden. Als de ander niet meedoet aan de gemeenschappelijke be- weging van de ‘één-in-de-derde’ of het anders zijn in de ‘derde-in-de-één’ niet accep- teert, ontstaat er geen derde positie. Wel kan iemand het initiatief nemen om tot een derde positie te komen. Volgens Aron betekent dit vaak dat één van de twee in een relatie zich kwetsbaar opstelt en zijn of haar onzekerheid toont, zonder hetzelfde van de ander te verwachten. Het hangt echter van de reactie van de ander af of er daad- werkelijk een derde positie ontstaat.
Een derde positie is tijdelijk van aard. Benjamin (2004) wijst erop dat in een relatie met een ander zich altijd iets kan voordoen, waardoor de derde positie niet meer voldoet om de verbinding in stand te houden. Daardoor steken alsnog gevoelens, zoals schaamte, angst, kwetsbaarheid of onzekerheid de kop op. Volgens Benjamin is het daarom van belang te accepteren, dat in een relatie elk moment iets kan gebeuren dat de intersubjectiviteit tussen mensen kan verstoren. Als mensen dat accepteren hebben ze volgens Benjamin minder moeite met dergelijke gevoelens en zijn ze beter in staat
116


























































































   112   113   114   115   116