Page 113 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 113
Polarities are split between the two members, and the more each one locks into a singular position, the more rigidly the other is locked into the opposing, complementary position, thus heightening the splitting and tightening the polarization. At any time, the split may be re- versed without significantly changing the structure of the complementarity. The active member may suddenly become passive while the passive member becomes active, thus their surface roles are switched, but the dyadic structure remains split between activity and pas- sivity. (Aron, 2006 p. 353)
Vanuit het perspectief van het complexiteitsdenken kan dit worden gezien als een structuur die mensen in interactie met elkaar creëren om houvast te krijgen in situa- ties waarin ze zich onzeker en ongemakkelijk voelen.
Derde positie
Om met het anders zijn van een ander om te kunnen gaan zonder jezelf te verliezen of je van de ander af te zetten, is volgens Benjamin (2004) een derde positie nodig, die boven jezelf en de ander uitstijgt. Benjamin ziet de derde positie als iets waaraan we ons kunnen overgeven om afstand te kunnen doen van iets van ons zelf en daardoor ruimte creëren om iets van de ander toe te laten. Aron (2006) vergelijkt het met het verschil tussen een lijn en een driehoek. Een lijn heeft geen ruimte, maar een driehoek wel. Net als in een driehoek creëert een derde positie in de omgang tussen mensen mentale ruimte om te kunnen ontsnappen aan een relatie die zich alleen begeeft tus- sen tegengestelde polen. Deze ruimte wordt ‘thirdness’ genoemd.
I am referring, of course, to psychic space, transitional space, space to think, space to breath,
to live, to move spontaneously in relation to each other interpersonally. The conceptualiza-
tion of the third attempts to model this state in that a line has no space, whereas a triangle 5 does. (Aron, 2006 p. 355)
Een derde positie kan veel verschillende vormen hebben. Het kan een andere persoon zijn, die mensen die vastzitten in een relatie, helpt om anders naar zichzelf en de ander te kijken. Maar het kan ook een activiteit of een object zijn, waardoor ruimte ontstaat om te veranderen. Volgens Aron kan een derde positie zelfs in iemand zelf ontstaan, doordat hij of zij verschillende tegengestelde gezichtspunten overweegt en daardoor nieuwe perspectieven ontdekt.
Aron ontleent aan Benjamin twee facetten van een derde positie. Het eerste wordt aangeduid met ‘de één-in-de-derde’. Dit facet houdt in dat mensen zich continu op elkaar afstemmen, waarbij zij zich niet alleen aan elkaar aanpassen, maar er tussen hen ook iets gemeenschappelijks kan groeien. Door de ‘één-in-de-derde’ is een derde positie van de één noch de ander, maar van elkaar.
Benjamin beschrijft hoe dit facet niet alleen gebaseerd is op wat mensen verbaal uit- wisselen, maar start met een gevoel dat je iets met een ander gemeen hebt. Daar is volgens haar al sprake van in de prille uitwisseling van bewegingen tussen een moeder en een baby.
In my view of thirdness, recognition is more than verbal speech, it begins with the early non- verbal experience of sharing a pattern, a dance, with another person. I would therefore define a nascent third - as distinct from the one in the mother's mind - present in the earliest ex-
115