Page 105 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 105

are independent of their meaning and said that they could not lie outside the field of action. (Stacey, 2001 p. 149)
Ook bij het ontwikkelen en overdragen van kennis wordt gebruik gemaakt van sym- bolen. Stacey onderscheidt drie soorten symbolen: protosymbolen, significante sym- bolen en gestolde symbolen.
Protosymbolen hebben betrekking op gevoelens. We kunnen die maar ten dele direct waarnemen bij onszelf of bij een ander, maar we zijn vaak wel in staat om een veran- dering in onze eigen lichamelijke gesteldheid of van die van een ander op te merken (door bijvoorbeeld wat we zien, geluiden, aanraking, geur en smaak) en te koppelen aan een gevoel dat we kennen. We doen dat meestal zonder dat we ons daarvan bewust zijn.
The key point is that humans seem to be biologically capable of selecting from an array of stimuli (images, sounds, touches, smells and tastes) impinging on the body, directly perceiv- ing the amodal time/space qualities of that selection, and combining, matching, or even fus- ing these qualities with the time/space qualities experienced in the body. (...) I would argue that this linking between qualitative aspects of perceived experience and similar qualitative aspects of felt bodily experience is the basis of human knowing. (Stacey, 2001 p. 103)
In elke conversatie tussen mensen vindt een onbewuste communicatie plaats op basis van gevoelens. Een gevoel dat volgens Stacey in veel interacties een rol speelt, is bij- voorbeeld de wens om gezien en begrepen te worden. Onbewust brengen mensen die door middel van protosymbolen aan een ander over. De manier waarmee daarop wordt gereageerd, is vaak van groot belang voor het verloop van de interactie.
Iedereen uit zijn gevoelens op een eigen unieke manier en reageert ook anders op de 5 gevoelens van een ander. Dit wordt onder meer beïnvloed door het moment en de om- standigheden, maar ook door eerdere interacties tussen de betrokkenen en de erva-
ringen die beiden in andere situaties hebben gehad met gelijksoortige interacties. De
betekenis van protosymbolen is daardoor altijd context- en tijdafhankelijk. Significante symbolen zijn symbolen die mensen bewust gebruiken om een bepaalde betekenis over te dragen aan een ander. Daarbij kan het gaan om bijvoorbeeld een ge- baar of gezichtsuitdrukking, maar het belangrijkste middel voor significante symbo- len is taal. Door een significant symbool te gebruiken kan iemand een interactie rich- ting geven.
Ook de betekenis van significante symbolen is afhankelijk van het moment, de om- standigheden en wat eraan vooraf is gegaan. Een bepaald woord kan bijvoorbeeld in verschillende situaties een andere betekenis krijgen. Ook wanneer mensen zich in een- zelfde situatie bevinden, kunnen zij een verschillende betekenis geven aan een signi- ficant symbool, omdat deze ook afhankelijk is van hoe de betekenis zich in voorgaande interacties bij mensen heeft ontwikkeld. Ondanks dat het vaak lijkt dat mensen aan een significant symbool dezelfde betekenis geven, ben je daar nooit zeker van.
In het bijzonder voor het overbrengen van informatie, waarvan het belangrijk is dat een ander precies begrijpt wat er mee wordt bedoeld, maken mensen ook gebruik van een derde soort symbolen. Van deze symbolen is de betekenis vastgelegd in abstracte kaders, zodat deze in interacties ongeacht de context en voorgaande interacties steeds
107
























































































   103   104   105   106   107