Page 104 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 104

ter discussie stellen of nieuwe betekenissen introduceren. Mensen nemen in de com- municatie altijd een positie in en anticiperen op hun volgende actie. Dit wordt mede bepaald door macht. Macht is in communicatie volgens Stacey onvermijdelijk. Wan- neer iemand immers in een interactie de ‘beurt’ neemt, kan een ander dat niet. Macht kan zowel een positieve als een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het denken. Iemand kan macht gebruiken om nieuwe betekenissen in te brengen of be- staande ter discussie stellen, maar ook om te belemmeren dat anderen dat doen.
Power is constraint that excludes some communicative actions and includes others. However, at the same time, power enables. The process of turn-taking/turn-making is both enabling and constraining at the same time and it therefore immediately establishes power differences in which some people are "in" and others are "out". (Stacey, 2001 p. 149)
Behalve macht speelt volgens Stacey ook angst een rol bij de ontwikkeling van kennis. Een basale angst is volgens Stacey dat men afgezonderd of uitgesloten wordt, omdat het kan betekenen dat je je identiteit verliest. Wanneer mensen hier bang voor zijn, zijn ze geneigd de geldende betekenissen in een groep te accepteren en te ondersteu- nen.
Vooral bij veranderingen in organisaties spelen macht en angst een belangrijke rol, omdat deze gepaard gaan met wijzigingen in de positie van mensen. Tegelijkertijd ont- wikkelen zich juist dan nieuwe betekenissen, doordat bestaande thema's ter discussie worden gesteld en nieuwe gecreëerd. Op die manier zijn volgens Stacey creativiteit, angst en macht inherent aan elke verandering in een organisatie.
Mensen zijn zich meestal niet bewust van de invloed van macht en angst op processen. Men realiseert zich wel dat er binnen een organisatie groepen zijn en wie daar wel en niet bij horen. Maar men beseft vaak niet dat dit gebeurt om bestaande machtspatro- nen in stand te houden, waardoor ook hun angst voor veranderingen onbewust is. Mensen die beseffen dat relaties kunnen veranderen, die accepteren dat deze veran- deringen door niemand gecontroleerd kunnen worden en die rekening houden met onverwachte ontwikkelingen, kunnen volgens Stacey beter met angst en veranderin- gen omgaan dan anderen. Dit sluit nauw aan bij de stelling van Morin dat mensen om met onzekerheid om te kunnen gaan, vertrouwen moeten ontwikkelen dat onver- wachte ontwikkelingen niet alleen je plannen in de war kunnen gooien, maar ook op- lossingsmogelijkheden kunnen bieden, die niet op voorhand zijn te voorzien. Organi- saties zouden zich in hun aandacht voor de ontwikkeling van kennis daarom volgens Stacey met name moeten richten op aspecten die daarvoor van belang zijn, zoals ver- trouwen in elkaar, zelfvertrouwen en een persoonlijk evenwicht in wat een medewer- ker moet geven en ontvangt.
Symbolen
Symbolen spelen in de interacties in complexe responsieve processen een centrale rol. In navolging van Mead vat Stacey symbolen niet op als iets dat een betekenis van zich- zelf heeft, maar iets waarvan de betekenis gevormd wordt in een interactie.
I understand this to mean that a gesture is thrown together with a response and together they “stand for,” or better still, constitute a meaning. Mead rejected the notion that symbols
106


























































































   102   103   104   105   106