Page 102 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 102

aan onderzoek naar complexe adaptieve systemen. Deze systemen worden geken- merkt door een groot aantal actoren, die op elkaar reageren op basis van een aantal regels. Die regels gelden niet voor het hele systeem, maar kunnen voor elke actor ver- schillend zijn. Er is sprake van een voortdurende interactie tussen actoren, waarbij actoren zich aan elkaar aanpassen door hun regels te veranderen onder invloed van hoe een andere actor reageert. De interactie is niet-lineair: regels worden willekeurig aangepast en overgenomen, waardoor een grote variatie ontstaat aan regels verspreid over het systeem. Dit sluit aan op de manier waarop ook Morin en Cilliers naar com- plexiteit kijken.
Volgens Stacey laten onder meer computersimulaties zien, dat in dit soort systemen ondanks dat er geen ontwerp van het geheel is, er spontaan samenhangende patronen ontstaan die zich over het hele systeem uitstrekken. De ontwikkeling en de aard van deze patronen zijn afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het aantal en de sterkte van de verbindingen tussen actoren, de mate waarin actoren van elkaar ver- schillen en de energiestroom binnen het systeem. De ontwikkeling van patronen kan stabiel, cyclisch of willekeurig zijn.
In de ontwikkeling van een systeem kan een situatie worden onderscheiden waarin sprake is van patronen die zowel stabiel als instabiel zijn. Dit wordt de rand van chaos genoemd. Omdat in die situatie de verscheidenheid tussen actoren toeneemt, wordt het systeem gevoeliger voor veranderingen, waardoor nieuwe patronen kunnen ont- staan. Welke patronen ontstaan en hoe die zich ontwikkelen, is niet te voorspellen. Inzichten over complexiteit laten hiermee volgens Stacey zien dat mits er voldoende verbindingen zijn tussen de actoren, zelforganiserende interactie het vermogen heeft om spontaan samenhangende patronen te ontwikkelen. Ook leidt Stacey hieruit af dat wanneer actoren voldoende van elkaar verschillen, er nieuwe patronen kunnen ont- staan.
If one takes this view of the emergence of coherent patterns of relating in the process of relating, then there is no need to look for the causes of coherent human action in concepts such as deep structures, archetypes, the collective unconscious, transcendental wholes, com- mon pools of meaning, group minds, the group-as-a-whole, transpersonal processes, mental models, and so on. Instead, one understands human relating to be inherently pattern form- ing. (Stacey, 2001 p. 93)
Transformatieve benadering
De combinatie van stabiliteit en variatie leidt ertoe dat we weliswaar de toekomst niet kunnen voorspellen, maar dat we met onze ervaringen uit het verleden wel een voor- stelling kunnen maken van waar de toekomst ons mogelijk brengt. Op basis hiervan stelt Stacey tegenover de tweeslachtige formatieve en rationele benadering in het den- ken over kennis in organisaties een transformatieve benadering. Hierin is sprake van een beweging richting een toekomst die voortdurend wordt geconstrueerd door de be- weging zelf. Wat er op een moment gebeurt, komt voort uit wat er aan vooraf is ge- gaan, waardoor we daar een voorstelling van kunnen maken. Daarbij moeten we er echter rekening mee houden, dat een ontwikkeling ook een onverwachte wending kan krijgen. Dat betekent dat wanneer zich dat voordoet, we erop moeten inspelen, waarbij
104




























































































   100   101   102   103   104