Page 100 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 100

nadering vastligt, maar wordt ontworpen door de keuzes die mensen maken. Die keu- zes hebben betrekking op de doelen van de organisatie en de manier waarop aan die doelen wordt gewerkt (Svensson & Wood, 2011).
De heersende opvatting over kennis in organisaties plaatst daarmee volgens Stacey (2001) de leiding van een organisatie apart van de rest van de organisatie. De leiding bepaalt volgens de rationele benadering de koers van de organisatie, terwijl de mede- werkers handelen volgens vaste patronen op basis waarvan hun gedrag en de ontwik- keling van de organisatie te voorspellen en te sturen zijn. Stacey acht het echter on- mogelijk dat een leiding zich volledig kan onttrekken aan de dynamiek binnen een organisatie.
This becomes very clear when one considers the prescriptions since they mainly have to do with designing systems of one kind or another by individuals who stand outside the systems and choose their designs. The choices arise in dialogue that employs metaphor and analogy as well as rational reasoning but there is little explanation of the origin of creativity within that dialogue. (Stacey, 2001 p. 29)
Bovendien geven de rationele en formatieve benadering geen verklaring voor het ont- staan van nieuwe kennis. De enige verklaring die de heersende opvatting daarvoor volgens Stacey kan geven, is dat die kennis al onbewust en verborgen in hoofden van mensen aanwezig is en zich als nieuwe kennis openbaart op het moment dat zij het zich bewust worden en delen met anderen.
Within its own terms this systems view does not, indeed cannot, explain how completely novel knowledge arises. It simply assumes that it arises as tacit knowledge in the heads of some individuals, or exists in a common pool of meaning, and the explanation starts from there. (Stacey, 2001 p. 28)
Kennis als interactie
Om de tekortkomingen van de hoofdstroom in het denken over kennisontwikkeling in organisaties te overstijgen, zoekt Stacey naar een andere benadering van kennis. In navolging van de Amerikaanse wetenschapper George H. Mead stelt Stacey dat bete- kenissen niet in het hoofd van individuen ontstaan, die zij vervolgens aan anderen overdragen, maar in de interactie tussen hen. Mensen gebruiken bijvoorbeeld gebaren die een betekenis uitdrukken, maar die betekenis komt pas naar voren, wanneer een ander daarop reageert. Een betekenis ontwikkelt zich op die manier in een wisselwer- king tussen het verleden (het gebaar) en de toekomst (de reactie). Dat is een continu proces. Elk gebaar of andere communicatieve daad is een reactie op een voorgaande daad, die weer een reactie is op een daad daarvoor et cetera. Zowel de daad als de re- actie worden op die manier bepaald door een hele geschiedenis van acties en reacties die daaraan voorafgegaan zijn en vormen een aanleiding voor weer volgende acties en reacties.
Mead argued that meaning does not lie in the gesture alone but in the social act as a whole. In other words, meaning arises in the responsive interaction between actors. Meaning does not arise first in each individual, to be subsequently expressed in action. Meaning is not transmitted from one individual to another but, rather, arises in the interaction between
102


























































































   98   99   100   101   102