Page 101 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 101

them. Meaning is not attached to an object, or stored, but perpetually created in the interac- tion. (Stacey, 2001 p. 78-79)
Een tweede principe dat Stacey aan Mead ontleent, is dat mensen de aanleg hebben om te begrijpen wat een ander voelt, omdat we in staat zijn hetzelfde te voelen. Als iemand bijvoorbeeld iets aan een ander duidelijk wil maken met een bepaald gebaar, dan maakt de ander zich een voorstelling van wat die persoon daarmee bedoelt op ba- sis van wat hij of zij zelf zou voelen als hij of zij die beweging maakt. In de interactie die vervolgens ontstaat, kan die interpretatie worden bevestigd of kan blijken dat de ander het gebaar niet goed heeft begrepen. Dat inzicht gebruikt iemand vervolgens om de ander beter aan te voelen. Naarmate iemand meer ervaring krijgt in de interactie met anderen vanuit verschillende rollen en te maken krijgt met verschillende reacties, des te meer raakt deze persoon bedreven om acties van een ander te interpreteren en te begrijpen wat aan een bepaalde daad is voorafgegaan.
Deze ontwikkeling van het vermogen van mensen om zich in anderen in te leven, maakt het ook mogelijk om te anticiperen op een reactie van een ander. Alvorens men- sen iets doen, maken ze een voorstelling van hoe de ander op een bepaalde actie zou kunnen gaan reageren en stemmen daar dan hun gedrag op af.
The whole social act, that is, meaning, can be experienced in advance of carrying out the
whole act, opening up the possibility of reflection and choice in making a gesture. Further-
more, the one responding has the same opportunity for reflecting upon, and so choosing, for
the range of responses. The first part of a gesture can be taken by the other as an indication
of how further parts of the gesture will unfold form the response. In this way, the two can
indicate to each other how they might respond to each other in the continuous circle in which
a gesture by one calls forth a response from another, which is itself a gesture back to the first. 5 (Stacey, 2001 p. 83)
Uitgaande van deze principes stelt Stacey dat kennis niet in de hoofden van mensen zit, maar voortdurend gereproduceerd en veranderd wordt in een interactief proces in jezelf, met anderen en met de materiële wereld. Kennis is daarom volgens Stacey niet een ‘ding’ of een systeem, maar een doorgaand en actief proces binnen en tussen mensen. Kennis ontstaat en wordt gedeeld en veranderd in interacties. Ze wordt niet opgeslagen, maar werkt door in wat mensen doen in volgende interacties.
Mead maakt volgens Stacey met deze principes duidelijk dat het denken en handelen van mensen onvoorspelbaar is en er in de interactie tussen mensen ieder willekeurig moment zich onverwachte veranderingen kunnen voordoen. De zienswijze van Mead geeft volgens hem echter geen verklaring voor hoe het mogelijk is dat ondanks dat mensen zich willekeurig kunnen gedragen en reageren, zij er toch in slagen om samen te leven en te werken.
Complexe systemen
Volgens Stacey kunnen inzichten in de organisatie en het gedrag van complexe sys- temen helpen om te begrijpen hoe ondanks dat het gedrag van mensen niet vastligt, er toch sprake kan zijn van enige mate van samenhang. Hij ontleent deze inzichten
103




















































































   99   100   101   102   103