Page 70 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 70
Hoofdstuk 2
ontwikkeld, maar in de Nederlandse situatie in 1994 met de Algemene wet bestuursrecht ten dele gecodificeerd (Burkens, Kummeling, Vermeulen & Widdershoven, 2012).
Voor de burger als rechtssubject is rechtszekerheid een wezenlijk rechtsbeginsel waar deze afhankelijk is van de overheid bij het toekennen en handhaven van diens rechten: “... de juridische bindingen van de burger moeten voldoende duidelijk, stabiel en uit een oogpunt van handhaving betrouwbaar zijn” (Hirsch Ballin, 1987, p. 95).
Naast rechtszekerheid is ook de rechts(on)gelijkheid voor de burger een belangrijk rechtsbeginsel, waarbij het overheidshandelen direct de burger raakt. De juridische benadering van het openbaar bestuur gaat uit van een mensbeeld, waarin de mens wordt gezien als rechtssubject (Zouridis, 2009). In de logica van het recht is iedereen gelijk. Dit in tegenstelling tot de politieke logica, de immers is gebaseerd op strijd. Het recht beoogt onpartijdig te zijn en gelijkheid van positie te waarborgen.
Gelijkheid voor de wet is een algemeen rechtsbeginsel dat in alle grondwetten binnen de Europese Unie is opgenomen en is door het Europese Hof aangemerkt als een fundamenteel beginsel van het Gemeenschapsrecht.18 In de Nederlandse grondwet is het gelijkheidsbeginsel breder geformuleerd dan strikt juridisch. Artikel 1 van de Nederlandse grondwet luidt:
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
In het politieke perspectief zagen wij hoe de overheid beleid ontwikkelt om politieke idealen te verwezenlijken. Maar de overheid ontwikkelt ook beleid om het eigen handelen een kader te geven, zodat niet willekeurig wordt omgegaan met de burgers en hun rechten. Gemeentelijk beleid wordt deels ook gecodificeerd in verordeningen, met andere woorden in lokale wetgeving. Onder deze lokale wetgeving zijn de burgers gelijk.
Rechtsgelijkheid betekent ook dat ongelijke gevallen ongelijk kunnen worden behandeld, maar de mate van ongelijkheid die nodig is om als ongelijk geval te worden behandeld is een politieke vraag. In beleid en verordeningen worden hiervoor de kaders vastgelegd. Binnen die kaders bestaat de eigen
18 arrest van 13 november 1984, Racke, zaak 283/83, Jurispr. 1984, blz. 3791, arrest van 17 april 1997, zaak C-15/95, EARL, Jurispr. 1997, blz. I-1961, en arrest van 13 april 2000, zaak 292/97, Karlsson, Jurispr. 2000, blz. 2737
68