Page 68 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 68
Hoofdstuk 2
zijn met de wet, hoewel er ook meer en meer wettelijke verplichtingen zijn die opgelegd worden aan bedrijven. Maar de ‘dienst’ aan het recht van een private organisatie gaat niet verder dan dat. Het recht biedt vooral randvoorwaarden, waarbinnen een bedrijf kan functioneren. Wat een bedrijf verder doet en hoe het bedrijf dit doet is vrij, zolang niet strijdig met het recht.
Corporate law, which governs the business sector, is, in contrast to public law, enabling rather than directive, in effect authorizing a firm’s owners to pursue self-defined interests in ways largely left to their discretion, subject only to public laws which, while restrictive in various ways, never extinguish the default authority of owner discretion. (Lynn, 2006, p. 13)
Het private handelen hoeft geen wettelijke grondslag te hebben. Met de organisatie van een privaat bedrijf bemoeit het recht zich ook slechts marginaal, hoofdzakelijk ten aanzien van de te kiezen rechtspersoonlijkheid, de bestuursverantwoordelijkheid en de interne medezeggenschap (Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek).
Het functioneren van de overheid is echter verregaand in de wet vastgelegd, zowel ten aanzien van functie en taak als ten aanzien van bestuurlijke organisatie. In de Nederlandse situatie wordt het handelen van de overheid in belangrijke mate gereguleerd door het bestuursrecht, in het bijzonder de Algemene Wet Bestuursrecht. De juridische benadering gaat zowel over het handelen van de overheid ten opzichte van de externe omgeving als ten aanzien van de eigen medewerkers. Het handelen van de overheid verklaren Rosenbloom, Kravchuk en Clerkin (2009) vanuit juridische waarden: “The legal approach to public administration emphasizes the rule of law” (p. 32). De juridische benadering zien zij onder meer terug in de administratieve procedures binnen de overheid. Deze hebben (in afgezwakte en gemodificeerde vorm) overeenkomsten met juridische procedures bij de rechtbank, waarbij sprake is van twee partijen, onpartijdige arbitrage, mogelijkheden voor hoor en wederhoor en beroep.
Deze formele en legalistische kant van het overheidshandelen raakt aan de bureaucratische principes zoals wij die eerder bij het bedrijfsmatige perspectief bespraken. Wij zagen dat de Weberiaanse bureaucratie weliswaar een vergelijking met een bedrijf trekt als het gaat om rationaliseren van processen, maar tegelijkertijd grote waarde hecht aan een betrouwbare en regelgetrouwe overheid.
66