Page 69 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 69
VIER PERSPECTIEVEN OP OPENBAAR BESTUUR
2.4.3 Algemene rechtsbeginselen
Naast een formele legalistische kant heeft het juridisch handelen van de overheid
ook een morele kant. Zijderveld (1996) wijst erop dat burgers strikt genomen
geen consumenten van bestuurlijke dienstverlening zijn, maar rechtssubjecten.
De overheid heeft hier een bijzondere taak, die haar onderscheidt van de
private sector: “de democratische taak deze rechtssubjecten behoorlijk te bedienen 2 en hun grondrechten te verdedigen en vooral ook te respecteren” (p. 107). Hierdoor
is volgens hem de publieke sector veel sterker dan de private sector aan morele waarden en normen gebonden, al is Zijderveld niet blind voor de toenemende aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zijderveld noemt drie criteria waaraan de publieke sector in een democratische rechtsstaat is gebonden: “het principe van de fairness, van de rule of law, van de procedural correctness” (p. 107). Daarmee richt hij zich vooral op wat Zijlstra de liberale rechtsstaat noemt. Volgens Zijlstra omvat het concept ‘Rechtsstaat’ drie beginselen. De eerste is democratie, de tweede is de liberale rechtsstaat en de derde is de sociale rechtsstaat (Zijlstra, 1997, p. 43).
Democratie gaat over de wijze waarop het politieke proces werkt en hoe de burgers daarin hun rol spelen. Dit aspect hebben wij in het politieke perspectief betrokken. Hoewel democratie één van de principes van de rechtsstaat is, kan er ook spanning tussen democratie en rechtsstaat bestaan (Pessers, 2011). Daarin ligt ook een potentiële spanning tussen het politieke en het juridische perspectief. Krijgt het, vaak korte termijn gerichte en soms zelf populistische, politieke proces de overhand ten koste van de waarborgen van het meer lange termijn georiënteerde recht? Of slaat het proces door naar wettische regeltoepassing, waarbij de burger om wie het gaat uit het zicht verdwijnt? Ondanks deze potentiële spanning moet de burger kunnen rekenen op het recht, dat de overheid de bevoegdheid geeft tot handelen, maar haar daarin ook beperkt. Het openbaar bestuur heeft niet alleen een positieve grondslag in de wet voor zijn handelen. Een ander aspect van het legaliteitsbeginsel is het negatieve, begrenzende aspect. De overheid moet binnen de door het recht gestelde grenzen handelen en zich houden aan algemene rechtsbeginselen (Burkens, Kummeling, Vermeulen & Widdershoven, 2012).
Ook Van Gestel, Goverde en Nelissen (2000) leggen bij het juridisch perspectief naast de eisen voor de inrichting van de rechtsstaat de nadruk op de relatie tussen het bestuurlijk handelen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Algemene rechtsbeginselen zijn veelal ongeschreven en in jurisprudentie
67