Page 288 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 288
verschillen. Cliënten en hun vertegenwoordiging ervaren deze harmonisatie ook als een verbetering in de rechtsgelijkheid. Tegelijkertijd treffen wij kritiek aan op de verminderde capaciteit van het samenwerkingsverband om rekening te houden met ongelijkheid (maatwerk). Het effect op rechts(on)gelijkheid heeft daarmee een positieve en een negatieve kant. Maatschappelijke effecten van de samenwerking zijn niet vastgesteld, noch ten aanzien van de zorg van de overheid voor haar burgers, noch op de betrokkenheid van burgers op elkaar en op de gemeenschap. Dit is opvallend omdat het beleidsveld van sociale zaken bij uitstek een maatschappelijke betekenis heeft.
Samenvattend wordt vastgesteld dat de onderzochte vorm van intergemeentelijke samenwerking, in lijn met de in de literatuur gesignaleerde dominantie van het bedrijfsmatige denken, vooral op bedrijfsmatige overwegingen wordt opgezet. De vaak optimistische verwachtingen ten aanzien van bedrijfsmatige voordelen worden echter niet waargemaakt. De enige overweging vanuit politiek perspectief is de eis van behoud van gemeentelijke beleidsvrijheid, maar hier treedt juist een tegengesteld effect op. Ondertussen treden er vooral vanuit politiek perspectief, maar ook uit juridisch perspectief andere effecten op waarover niet is nagedacht.
Conclusies
Wij komen tot de conclusie dat bij de besluitvorming ten aanzien van het aangaan van intergemeentelijke samenwerking in de vorm van een intergemeentelijke dienst in onze casussen vooral vanuit het bedrijfsmatige perspectief is gedacht, met nadruk op kwaliteit, kosten en kwetsbaarheid. Randvoorwaardelijk wordt door de besluitvormers ook wel vanuit het politieke perspectief gekeken. Hier gaat het eerder om het voorkomen van ongewenste effecten (verliezen van zeggenschap) dan om het realiseren van positieve effecten. Het juridische perspectief blijkt geen rol te spelen en het maatschappelijke perspectief krijgt slechts in één gemeente een rol van enige betekenis en dan pas nadat het samenwerkingsverband al een aantal jaar bestaat. Deze conclusies bevestigen het beeld uit de literatuur dat gemeenten zich bij de keuze om te komen tot een intergemeentelijke dienst vrijwel uitsluitend laten leiden door bedrijfsmatige overwegingen.
Wij concluderen vervolgens dat de beoogde effecten ten aanzien van effectiviteit en efficiency niet of nauwelijks zijn gerealiseerd. Een positief effect
286