Page 290 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 290
eigenaarschap en dat zij meer gebruikmaken van hen ter beschikking staande hulpconstructies zoals de griffie en de rekenkamer om hun kaderstellende en controlerende rol ook ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling goed in te vullen.
Vervolgens staan wij stil bij overwegingen van inhoudelijke aard die een rol spelen of zouden moeten spelen bij de vraag of een intergemeentelijk samenwerkingsverband een passende oplossing biedt en zo ja in welke vorm en omvang. Wij stellen vast dat er spanning bestaat tussen de verschillende inhoudelijke maatstaven voor de inrichting van het openbaar bestuur en vooral tussen bedrijfsmatige maatstaven tegenover politieke, juridische en maatschappelijke. Ons valt daarbij op dat schaalvraagstukken in de inrichting van het openbaar bestuur vooral bedrijfsmatig worden uitgelegd. Schaalvoordeel is niet alleen een eenzijdig bedrijfsmatige insteek, maar ook lastig te bepalen en kan ook omslaan in schaal nadeel. Zelfs bedrijfsmatig benaderd kan de passende schaal per taakveld verschillen. Wij pleiten er echter voor om ook vanuit andere perspectieven naar schaal te kijken en daarbij het specifieke taakveld in ogenschouw te nemen. De vraag moet zijn welk territoir een passende schaal biedt in relatie tot de politieke, juridische en maatschappelijke aard van het taakveld. Het aanpakken van beleidsproblemen op de schaal waarop deze zich voordoen leidt tot meer doelmatigheid maar ook tot meer responsief bestuur dat aansluit bij de lokale behoeften en omstandigheden. Dat dit zou kunnen leiden tot een ‘lappendeken’ van per taakveld verschillende overlappende samenwerkingsverbanden moeten wij dan op de koop toe nemen. Of wij zouden ons over de weerstand tegen een vierde bestuurslaag moeten heen zetten. Taken en competenties van gemeenten zouden dan worden ingeperkt en overgedragen aan grotere territoriale verbanden met een eigen direct gekozen bestuur. Zo ver zal het voorlopig niet komen. Maar wij pleiten er wel voor dat bij toekomstige samenwerkingsinitiatieven ook wordt gekeken naar de vraag wat een passend gebied is om te komen tot samenwerking, zowel ten aanzien van de te bereiken schaal als de samenhang in de betreffende problematiek. Wij sluiten af door een keer terug te keren tot ons pleidooi om, al dan niet met behulp van de door ons gehanteerde perspectieven, breder te kijken naar inrichtingsvraagstukken in het openbaar bestuur, rekening houdend met het publieke karakter daarvan. Bestuur is immers meer dan management alleen.
288