Page 597 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 597

                                De Hunenborg en de Schulenborg raakten in de dertiende eeuw buiten gebruik. Uit de studie naar het lokale kasteellandschap van de Hunenborg (hoofdstuk 4) blijkt dat destijds het landschap rondom deze burcht natter werd als gevolg van bovenstrooms gelegen ontginningen en de daarmee gepaard gaande grotere afvoer van oppervlaktewater. De wateroverlast was op zeker moment zelfs zo groot dat een verhoogde toegangsweg moest worden aangelegd om bij de Hunenborg te komen. Mogelijk heeft deze landschappelijke verandering de bruikbaarheid van de twee kastelen negatief beïnvloed. Daarnaast speelde waarschijnlijk een rol dat het concept van wildernisburchten in deze periode niet langer functioneel was. Geen enkele Overstichtse kastelenbouwer heeft het namelijk na 1200 nog toegepast. Aangezien de bisschop in de dertiende eeuw een steeds duidelijker zicht kreeg op de grenzen van zijn territorium, was het voor hem interessanter om grenskastelen te bouwen.
In het eerste kwart van de dertiende eeuw vinden we voor het eerst aanwijzingen dat andere machtspartijen dan de bisschop in het Oversticht kastelen bouwden en ontwikkelden. De edelvrije familie Van Buckhorst blijkt dan bijvoorbeeld de beschikking te hebben over een kasteel. Het ministerialengeslacht Van Voorst had er zelfs twee. Mogelijk hadden ook de Van Coevordens in deze tijd reeds de burcht Laar in hun bezit. Zernike bestond ook al. Overigens zijn deze burchten, op Zernike na, vroeg of laat tijdens strafexpedities verwoest of geslecht door de bisschop. Duidelijk is verder dat de bisschop in het geval van Buckhorst heeft geprobeerd de militair-functionele kastelenbouw te beperken. Door een burcht van naar autonomie strevende potentaten op Stichts grondgebied te doen verwoesten, brak hij de macht van de adellijke families waartoe ze behoorden en voorkwam de bisschop dat in zijn territorium vijandelijke militaire steunpunten ontstonden.
Vanaf 1227 deed zich een nieuwe ontwikkeling voor in de kastelenbouw in verband met de partijstrijd in het noordelijke deel van het Oversticht. Hoewel de bisschop in zijn rol als territoriaal machthebber verschillende pogingen heeft gewaagd de partijen te verzoenen, lukte hem dit niet vanwege zijn zwakke financiële positie. In deze fase konden partijen zonder bisschoppelijke toestemming gemakkelijker versterkingen opbouwen. Deze hadden vrijwel altijd alleen een militaire functie en werden gebouwd op strategische locaties. Een goed voorbeeld is de versterking Nutspete/Mitspete, die de Drenten bouwden op een plek waar zij eerder een veldslag hadden gestreden.
Een groot probleem voor de bisschop was dat hij in de dertiende eeuw en in de eerste
helft van de veertiende eeuw de controle verloor over zijn eigen kastelen. Dat kwam
omdat de bisschoppelijke vertegenwoordigers, de burggraven, hun functie erfelijk in leen
hadden. Hoewel ze in theorie hun heer moesten dienen, streefden velen van hen naar onafhankelijkheid. De van oorsprong bisschoppelijke kastelen groeiden onbedoeld uit tot de stamkastelen van deze leenmannen. Dit gebeurde het eerst in Coevorden. Al aan het einde
van de twaalfde eeuw bleek de hier residerende burggraaf niet steeds de belangen van de
bisschop te behartigen. De situatie escaleerde in 1227, toen hij met een aantal partijgangers
zich tegen zijn heer keerde. In een ultieme poging de macht van deze leenman te breken
bouwde de bisschop daarop in 1229 kasteel Hardenberg langs de Vecht als dwangburcht
tegen Coevorden. Daar wisten nabestaanden van de slachtoffers van de veldslag bij Ane
de burggraaf gevangen te nemen en te doen veroordelen. Deze uitschakeling had op
lange termijn echter weinig succes. De Van Coevordens wisten in de decennia nadien de S bisschoppelijke burcht andermaal in handen te krijgen en te houden, tot 1395. Hun collega- burggraven in Kuinre en Goor streefden ook naar deze autonomie. De laatste is overigens
door de koning uit zijn functie gezet.
Ondanks de problemen met deze erfelijke exploitatievorm veranderde de bisschop zijn beleid tot ongeveer 1350 niet. Hij bouwde of verwierf de burcht Lage, die als grenssteunpunt tegen het inmiddels uit handen van de bisschop geraakte territorium van Bentheim lag en gaf ook daar weer het burggraafschap erfelijk aan een vazal in leen. De poging om een dwangburcht in Stellingwerf te bouwen in 1309 had verschillende motieven. Niet alleen hoopte hij vanuit dit steunpunt effectief de ongehoorzame Friezen te bestrijden en het verloren gegane
Samenvatting
595
 
















































































   595   596   597   598   599