Page 55 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 55

                                ‘Welke bijdrage kan de interdisciplinaire analyse van de functionele en ruimtelijke
relaties tussen middeleeuwse kastelen en de hen omringende fysieke, sociale en mentale landschappen leveren aan de wetenschappelijke kennis over de langetermijnontwikkeling 1 van kastelen in het Oversticht en aan de conceptuele en methodologische ontwikkeling van kastelenonderzoek in bredere zin?’
Deze vraagstelling wordt geoperationaliseerd in de volgende deelstudies en bijbehorende onderzoeksvragen:
• Deelstudie A: het territoriale kastelenlandschap van het Oversticht. Op het territoriale niveau zal de bisschoppelijke kastelenpolitiek voor het Oversticht nader worden onderzocht. Daarbij staan de volgende onderzoeksvragen centraal: (1) Welke kastelen kwamen voor in het middeleeuwse Oversticht en wat is bekend over hun landschappelijke situering, morfologische kenmerken, bouwheer, datering en functies(?; (2)) Welke langetermijnontwikkeling is waarneembaar op basis van deze kenmerken(? (3)) Kan aan de hand van deze langetermijnontwikkeling, de landschappelijke situering en overig bronnenmateriaal een beeld worden gevormd van de bisschoppelijke kastelenpolitiek van de Utrechtse bisschoppen tijdens de volle en late middeleeuwen?
• Deelstudie B: het lokale kasteellandschap van de Hunenborg. In dit tweede onderzoeksthema proberen we tot in detail de relatie tussen kasteel en landschap te schetsen. Het probleem is wel dat we geen historische bronnen hebben om de Hunenborg nader te duiden. Door het model van kasteellandschap toe te passen hopen we toch beter inzicht te verkrijgen in het functioneren van dit kasteel. De belangrijkste onderzoeksvragen die we in dit deel behandelen zijn: (1) Hoe zag het landschap eruit toen de Hunenborg werd gebouwd en hoe is het landschap ten tijde van het gebruik van de Hunenborg veranderd?; (2) Hoe past de Hunenborg binnen de territoriale kasteelontwikkeling van het Oversticht; (3) Hoe verhoudt de Hunenborg zich tot de elfde-eeuwse kastelenbouw?
• Deelstudie C: het micro-regionale kastelenlandschap van Zuidwest- Twente. Op het microregionale niveau is gekozen voor een studie naar het kastelenlandschap rondom Goor en Diepenheim in Zuidwest-Twente. Nergens anders in het Oversticht lagen zoveel kastelen zo dicht bij elkaar als in dit gebied. Mede dankzij de gunstige bronnensituatie en de relatief goed te reconstrueren bezitsverhoudingen kan in dit gebied de meervoudige relatie tussen kasteel en landschap tot in vrij grote mate van detail worden onderzocht. De belangrijkste onderzoeksvragen zijn daarbij: (1) Welke kastelen kwamen in deze microregio precies voor, wie waren hun bouwheren en latere eigenaren en welke langetermijnontwikkeling is waarneembaar in hun ontwikkeling?; (2) Welke landschappelijke locaties zijn precies gekozen bij de bouw van de diverse kastelen en wat kan daaruit worden afgeleid over de motieven van hun bouwheren?; (3) Welke relaties kunnen worden aangetoond tussen het kasteel enerzijds en het grondbezit, de waterhuishouding, de infrastructuur en de economische, juridische en religieuze instituties in deze streek anderzijds?; (4) Welke relaties vertoonden de kastelen onderling en hoe functioneerde daarbij het voor Goor en Diepenheim bekende borgmannensysteem?
Iedere deelstudie is in dezelfde volgorde uitgevoerd. Na een korte inleiding wordt eerst de stand van kennis over het onderzoeksgebied besproken, waarna een meer gespecificeerde onderzoeksopzet en vraagstelling volgt, evenals de bespreking van de beschikbare bronnen en methoden. Daarna proberen we een reconstructie te maken van het fysieke en het sociale landschap aan de hand van de beschikbare bronnen en daarin de interactie met de kastelen te bestuderen. Uiteindelijk dienen deze reconstructies te worden samengevoegd in de
Inleiding
53
 

























































































   53   54   55   56   57