Page 56 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 56

                                Hoofdstuk 1
synthese aan het einde van elk thema waarin we de langetermijnontwikkeling schetsen van kastelenbouw in het desbetreffende gebied. Vervolgens zullen we de resultaten in hoofdstuk 6 bespreken en vergelijken met de kasteelontwikkeling in het Nedersticht Utrecht en het Sticht Munster. Daarna evalueren we de bijdrage van dit proefschrift aan wetenschappelijke discussies.
1.7 Bronnen en onderzoeksmethoden
Indien we de gekozen kastelenlandschappen integraal willen onderzoeken, dienen we alle beschikbare bronnen te bestuderen en te integreren om een zo’n volledig mogelijke reconstructie van de desbetreffende kastelenlandschappen te maken. De daarvoor gebruikte bronnen en methoden zijn afkomstig van de archeologie, bouwgeschiedenis, kunstgeschiedenis, fysische geografie, historische geografie en mediëvistiek. In elk onderzoeksthema zullen we voor het betreffende gebied in detail de gebruikte bronnen en methoden bespreken, maar in de volgende paragrafen zullen we ons beperken tot de algemene lijnen van deze disciplines.
De basis voor de landschapsreconstructies vormen fysische-geografische gegevens. We hebben daarbij vooral gebruik gemaakt van reeds bestaande bronnen. Het gaat om bodemkundige, geomorfologische en paleogeografische kaarten.162 Waar nodig zijn deze aangepast of verfijnd zoals in de deelstudies nader wordt toegelicht. Voor het deelonderzoek naar de Hunenborg heeft de historisch ecoloog Harm Smeenge nieuw veldonderzoek uitgevoerd ten behoeve van een paleogeografische reconstructie waardoor we over gedetailleerde informatie van het lokale landschap van de Hunenborg beschikken.
De archeologische bronnen bestaan overwegend uit reeds gepubliceerde opgravingsrapporten en -verslagen alsmede informatie die beschikbaar is in ARCHIS, het databasesysteem van de Rijkdienst van het Cultureel Erfgoed waarin onder meer archeologische waarnemingen en monumenten geregistreerd zijn. Verschillende keren hebben we ongepubliceerde opgravingstekeningen geraadpleegd, die zich in het Noordelijk Archeologisch Depot Nuis of het Archeologische depot in Deventer bevinden. Voor de Hunenborg was het mogelijk om in teamverband archeologisch veldwerk te verrichten met doelgerichte vragen.
Anders dan voor veel andere gebieden zijn in het Oversticht weinig middeleeuwse kastelen bovengronds bewaard gebleven. We hebben daarom slechts in beperkte mate bouwhistorische publicaties gebruikt. Het gaat in alle gevallen om reeds gepubliceerde verslagen. Een belangrijke bron voor het opgaande muurwerk vormen in de zeventiende eeuw vervaardigde tekeningen van kastelen. De vraag is daarbij in hoeverre deze afbeeldingen betrouwbaar zijn en in welke mate de desbetreffende kunstenaars hun fantasie er op hebben losgelaten.
In dit onderzoek hebben we veel gebruik gemaakt van middeleeuwse archivalia. In eerste instantie hebben we aan de hand van diverse uitgegeven en/of getranscribeerde bronnen, zoals oorkonden, bisschoppelijke rekeningen en de Deventer cameraarsrekeningen de kastelenpolitiek van de bisschop van Utrecht gereconstrueerd en de houding van verschillende sociale groepen in het Sticht. Voorts hebben we in de deelstudies B en C gebruik gemaakt van een retrospectieve reconstructie van de middeleeuwse bezitsverhoudingen. Het voordeel was daarbij dat we voor een deel de reeds bestaande bezitsstudies konden gebruiken en verder verfijnen.163
De retrospectieve bezitsreconstructie komt ook tot uiting in het domein van de historische geografie, namelijk door een reconstructie op kaart te maken van het grondbezit in een bepaalde periode. Daarnaast is in combinatie met historische bronnen geprobeerd om
162 Zie bronvermelding voor een uitgebreid overzicht van deze kaarten.
163 Woolderink 2013; 2014; 2015a; 2015b; 2015c.
 54























































































   54   55   56   57   58