Page 521 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 521
de prefect van Groningen bij de locatie Nutspete de tegenstanders aan, maar ze hadden weinig succes.580
De plek Nutspete wordt in 1231 wederom genoemd, toen de bisschop een kruistocht uitvoerde om de ongehoorzame Drenten en Coevordenaren te straffen. In het Oversticht had de bisschop drie legers verzameld voor dit doel. Wilbrand kreeg tevens steun vanuit het Friese gebied. De bisschop voerde het Friese leger zelfs in eigen persoon aan. Dit bisschoppelijke Friese leger zou ter hoogte van Nutspete, vlak bij Groningen, slag leveren tegen Drenten en (Friese) Fivelingoërs, maar slaagde daar niet in vanwege de overmacht van krijgsvolk van de vijand en de zware regenval.581
In de winter van 1231-1232 deed de bisschop een nieuwe poging om de rebellie te onderdrukken. Daarbij liet hij de stad Groningen versterken. De Drenten reageerden daarop door zelf een kasteel (castrum) te bouwen bij Nutspete, ter bescherming van hun land aldaar. In het kasteel legerden zij een niet bij getal genoemd groot aantal krijgslieden. Deze krijgslieden werden onderhouden met soldij en goederen die afkomstig waren van door de Drenten geconfisqueerde bezittingen van de bisschop en zijn dienstmannen uit Drenthe. Hiermee zullen naar verwachting de bisschoppelijke tafelgoederen en leengoederen worden bedoeld. Tussen de stad Groningen en Nutspete werden voortdurend aanvallen uitgevoerd, waarbij de mannen van de bisschop er uiteindelijk in slaagden om Nutspete in te nemen. Aldaar doodden zij enkelen en namen ze ook vijanden gevangen.582 Na verschillende krijgssuccessen van de bisschoppelijke kant werd in het bijzijn van de abten van verschillende Friese kloosters op 14 maart 1232 een scheidsrechterlijke uitspraak gedaan tussen de bisschopsgezinde partij en de Drenten, Coevordenaren en hun bondgenoten. De zitting was bij Nutspete.583
De uitspraak zorgde echter niet lang voor vrede, want de Coevordenaren en de Drenten verbraken het gesloten verdrag om de Fivelgoërs te helpen. Ook kasteel Nutspete werd hersteld en versterkt. De Drenten legerden opnieuw een niet bij getal genoemd groot aantal krijgslieden in het kasteel, die zij wederom betaalden met de geconfisqueerde bisschoppelijke goederen. Het krijgsgeweld brak los en prefect Egbert van Groningen belegerde het herstelde Nutspete. Nadat eerst het dorp Laren was platgebrand, nam hij Nutspete in. Egbert en zijn aanhangers haalden uit kasteel Nutspete een bezetting van 36 man en daarnaast vele strijdrossen. Al het overige in het kasteel staken zij in brand.584
Toen de bisschop vernam dat de scheidsrechterlijke uitspraak was geschonden, was hij vastberaden om de Drenten en de Coevordenaren te straffen. Het bisschoppelijke leger viel als vergelding de Drenten aan en verwoestte verdedigingswerken, waaronder een wal. Volgens Van Rij zou het gaan om verdedigingswerken van Nutspete.585 De anonieme kroniekenschrijver eindigt zijn verhaal ook te Nutspete, want op 20 september 1232 werd daar het bisschoppelijke leger afgeslacht.586
Behalve deze gedetailleerde informatie, die de anonieme schrijver van de Quedam Narracio C heeft opgeschreven, is er ook nog een charter bekend waarin de laatstgenoemde slachting
wordt vermeld. Het gaat om een op 21 juli 1233 uitgevaardigde oorkonde waarin bisschop
Wilbrand van Oldenburg het klooster Mariënberg in Salland sticht voor onder andere de nagedachtenis van degenen die in deze slag het leven lieten.587 In deze oorkonde is er geen
sprake van de plek Nutspete, maar van Mitspete. Na 1232 komt de naam Mit- of Nutspete niet meer voor in geschreven bronnen. Zoals Van den Broek heeft uiteengezet vinden we in de veertiende eeuw twee vermeldingen van versterkingen die een soortgelijke functie hadden.588
580 Van Rij 1989: 60-61.
581 Van Rij 1989: 80-81.
582 Van Rij 1989: 82-83.
583 Van Rij 1989: 84-87
584 Van Rij 1989: 88-89
585 Van Rij 1989: 95.
586 Van Rij 1989: 94-97.
587 OSU II nrs. 859, 860.
588 Zie ‘Bolwerk Noordlaren, ‘Veste up der Were’ en ‘Munitio Threntonum’ in deze catalogus.
Catalogus
519