Page 51 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 51

                                Het begrip invloedsfeer heeft in voornoemde definitie betrekking op verschillende functies
die een kasteel kon vervullen in de middeleeuwse samenleving. Elk van deze invloedssferen 1 had een eigen ruimtelijke begrenzing. Zo kon een kasteel van een territoriaal machthebber
deel uitmaken van een grensverdediging en dus vanuit militair perspectief op territoriaal
niveau een rol spelen. Datzelfde kasteel kon voor de bewoners uit de omgeving een plaats
zijn waarheen zij op gezette tijden goederen moesten afleveren waardoor de economische invloedssfeer niet verder reikte dan de directe nabijheid van het kasteel. Bovendien veranderden de invloedssferen ook nog in de loop van de tijd, bijvoorbeeld wanneer
een kasteel een nieuwe eigenaar kreeg. De invloedsfeer in de fysieke, sociale en mentale dimensies van het landschap kon tevens op een ander schaalniveau tot uiting komen. Wanneer bijvoorbeeld een territoriaal machthebber juridische functies aan een kasteel toekende voor een district (bijvoorbeeld een graafschap of een ambtgebied), fungeerde
het kasteel vanaf dat moment als juridisch centrum voor dat gehele district. Deze juridische centrumfunctie was zowel in de dimensie van het sociale landschap als het mentale landschap
binnen het gehele district voelbaar in de samenleving. De uiting in het fysieke landschap van
deze centrumfunctie was vooral lokaal zichtbaar, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van
een gevangenis en gerechtsplaats bij het kasteel. Kasteellandschappen zijn dus vanuit zowel ruimtelijk als chronologisch oogpunt dynamisch.
We hebben de invloedsferen in het model in vier hoofdcategorieën ingedeeld die corresponderen met verschillende functies die kastelen konden vervullen, namelijk (1) militair en representatief, (2) economisch, (3) juridisch en administratief en (4) religieus. Tussen deze invloedssferen kon overigens ook weer interactie bestaan: zo was een bepaalde economische basis nodig voor de bouw en verbouw van militaire en/of representatieve architectuur.
De militaire en representatieve functies van de kastelen zijn bewust in één categorie samengevoegd, aangezien deze functies beiden worden gereflecteerd in de kasteelarchitectuur (het fysieke landschap). We kunnen daarbij denken aan de hoofdburcht zelf maar ook aan de gebouwen op de voorburcht, de huizen van het personeel en de grachten en wallen rondom het kasteel. Deze categorie is ook de best onderzochte voor wat betreft de hoofdburcht waarin vooral archeologie en bouwhistorie de dominante disciplines zijn. Zoals Coulson reeds heeft geïllustreerd kunnen we juist door het gebruik van historische bronnen meer duidelijkheid verkrijgen in de kwestie in hoeverre kasteelarchitectuur nu militair-functioneel of symbolisch was bedoeld.153 Zo kan inzicht worden verkregen in wat de regels waren met betrekking tot kastelenbouw, hoe die regels in de praktijk uitwerkten en wat bepaalde lagen van de bevolking dachten over de kastelen. Dit is dus het domein van de sociale dimensie van het landschap. Voorts is er ook een mentale dimensie die we in sommige gevallen aansnijden als er egodocumenten bewaard zijn gebleven waarin een persoon zijn of haar beleving van de kasteel en de bewoners heeft opgeschreven.
Met de categorie economische functies komen we meer in het omliggende landschap van het kasteel terecht. Fysieke uitingen van deze functie zijn het bezit van boerderijen, grond, wegen, water, wind, het houden van specifieke dieren, het bezit van molens (zowel water, wind als rosmolens) en de aanwezigheid van een stad met markt bij het kasteel. Deze zichtbare economische uitingen in het landschap kwamen vooral voort uit de sociale dimensie van het landschap waarin de kasteelheer rechten op onroerend goed bezat welke de economische basis voor het kasteel en zijn bewoners vormden.154 Ook konden de bewoners of eigenaren diverse hoogheidsrechten bezitten door schenking van de koning of de territoriaal machthebber, zoals het foreestrecht (het houden van specifieke dieren, het recht om de wildernis te ontginnen en dat te gebruiken), het muntrecht, het marktrecht, het recht om stadsrechten te verlenen en het heffen van tol.155 Een ander gevolg van een dergelijke economische stimulans was dat er rondom het kasteel een unieke sociale laag kon ontstaan met ambachtslieden. Deze economische en daaraan gekoppelde sociale ontwikkelingen zullen individuen op hun eigen manier hebben beleefd. We kunnen daarbij
153 Coulson 1979; Coulson 1994.
154 Creighton 2002: 89.
155 Creighton 2002: 185-193.
Inleiding
 49
 
















































































   49   50   51   52   53