Page 474 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 474

                                bisschop aangestelde burggraaf op een bisschoppelijk eigenkasteel kunnen zijn geweest. Of de rechtspraak van het graafschap Twente bij het ambt van burggraaf hoorde, valt niet met zekerheid te zeggen.
Daarna komt kasteel Goor pas weer in de bronnen voor halverwege de dertiende eeuw.317 Volgens Beke klaagden de bisschop en de Utrechtse kerk bij de koning over het onrecht dat de graaf van Goor aan de bisschop zijn ‘lande ende an sinen luden’ bezorgde. De koning eiste verantwoording van de graaf, maar deze kwam niet op zijn zitting opdagen. Daarop volgde volgens Beke rond 1250-1258 een koninklijke strafexpeditie waar het koninklijke leger het volk van de graaf verjaagde en hemzelf gevangen nam. De koning overhandigde de graaf vervolgens aan de bisschop. Alle rechten en goederen, en daarmee dus ook het kasteel Goor, vielen vanaf dat moment volgens het leenrecht terug aan de bisschop.318
Lang heeft de bisschop niet van kasteel Goor kunnen genieten, want in 1262 blijkt het kasteel door toedoen van de graaf van Gelre te zijn afgebrand.319 Het kasteel moet in de jaren na de Gelderse brandstichting zijn hersteld, want in 1297 vaardigde de bisschop op kasteel Goor een oorkonde uit.320 Volgens de auteur van de Tielse kroniek zou een nieuw kasteel Goor onder het ambtstermijn van Gwijde van Avesnes zijn verrezen. De auteur spreekt expliciet over de nieuwbouw van Goor en Tollenburg en over de aankoop van de Stoutenburg.321 Nu moet daarbij wel de kanttekening worden gemaakt dat de Tielse kroniek is geschreven door een anonieme schrijver in de vijftiende eeuw die onder andere oudere kronieken heeft gebruikt voor zijn verhaal.322 De beschrijving kan daardoor minder betrouwbaar zijn. Ook in Beke vinden we deze vermelding terug, echter Beke stelt dat de drie kastelen Dullenburg (Tollenburg), Goor en Stoutenburg allen nieuwbouw zijn.323
De aanleiding tot nieuwbouw was waarschijnlijk een conflict tussen de bisschop en ‘die van Goor’ enerzijds en de burgers van Groenlo anderzijds. In 1311 werd namelijk een oorkonde uitgevaardigd waarin ‘die van Groenlo’ beloofden het door hun in brand gestoken kasteel Goor te herstellen. In deze oorkonde vinden we ook een beschrijving welke gebouwen zij in brand hadden gestoken: het huis, de kapel, de bergvrede en alle verdere bezittingen van de bisschop. De burgers van Groenlo hadden de keuze gekregen: ze mochten de verbrande gebouwen herstellen of de bisschop 100 mark uitkeren.324
Het valt aan te nemen dat het herstelde kasteel gelegen was ten oosten van de pas aangelegde stadskern Het Schild. We zien op de door Jacob van Deventer vervaardigde kaart (figuur 5.14) een achtvormige indeling terug, waar stadskern en kasteel elk omgracht waren. De burcht was in de zestiende eeuw al afgebroken, maar het braakliggende burchteiland is door Van Deventer nog opgetekend.
Kasteel Goor fungeerde niet alleen als centraal punt voor het uitvaardigen van oorkonden, maar het was ook regelmatig de ambtswoning voor de schout van Twente. Bisschop Jan van Diest verpandde het kasteel meermaals voor meestal een periode van een jaar.325 Het uitoefenen van de functie van kastelein ging veelal gepaard met het uitoefenen van het schoutambt van Twente.326 In 1330 ging deze bisschop nog een stap verder, want hij verpandde zijn eigen broer voor een periode van een jaar het burggraafschap van Goor, het schoutambt van Twente en het schoutambt van Salland.327 Goor, als ambtswoning van de schout van Twente en daarmee een belangrijke schakel in het bestuur van het Oversticht, stond in het eerste kwart van de dertiende eeuw aan de top van de Stichtse kastelenhiërarchie als bisschoppelijk kasteel.
317 Maris 1954: 10,15. Maris dateert het vertrek van de graaf rond 1255.
318 Bruch 1982: 129.
319 OSU III nr. 1550.
320 OSU V nr. 2852.
321 Kuys et al. 1983: 101.
322 Kuys et al. 1983: XLVI.
323 Bruch 1982: 174.
324 UA BA nr. 206, 52.
325 Muller 1889: 15, 150.
326 Muller 1889: 211.
327 Muller 1889: 289.
472
 
















































































   472   473   474   475   476