Page 47 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 47

                                omringd door een gracht. Een voorbeeld is de archeologische site Hof Hengelo, die in de catalogus wordt behandeld. Op dit terrein stond een toren die we, wanneer geen verdere 1 historische bronnen beschikbaar waren, zouden definiëren als een woontoren. Uit historische
bronnen is gebleken dat deze toren een spieker werd genoemd.146 De scheidingslijn tussen
moated site en kasteel is in dit soort gevallen dus vaag.
In het onderstaande willen we een aangepaste definitie geven van het begrip kasteel, waarbij we ook een deel van de hierboven besproken 'grijze' categorieën meenemen. We hanteren daarom de volgende multifunctionele werkdefinitie:
Een kasteel is een middeleeuws bouwwerk met een vorm van militair-functionele of symbolische verdedigingsarchitectuur dat één of meer van de volgende functies bezit: (1) de functie van een militair hoofdkwartier c.q. controlepost; (2) de functie van representatieve woon- of verblijfplaats; (3) de functie van juridisch en bestuurlijk-administratief centrum; (4) de functie van economisch centrum c.q. bescherming van naburige economische activiteiten.
Figuur 1.5: De in dit proefschrift gehanteerde werkdefinitie van kastelen. Hoewel dit ook een moderne definitie is hopen we door bestudering van dergelijke terreinen zo goed mogelijk een indruk te verkrijgen wat de gedachten van de middeleeuwers zelf waren over deze bouwwerken.
De toepassing van deze werkdefinitie op de totale voorraad aan versterkte en/of omgrachte middeleeuwse kasteelterreinen levert aanzienlijk meer objecten op dan die op basis van de bovengenoemde definitie van Janssen kunnen worden onderscheiden. Zo voldoen de meeste middeleeuwse steden aan deze nieuwe criteria. In het geval van bijvoorbeeld de stad Groningen wordt het kasteelkarakter versterkt door de aanwezigheid van de burggraaf en zijn borgmannen.147 Geestelijke bouwwerken, zoals kloosters, kerken en uithoven zouden tot op zekere hoogte tevens binnen de werkdefinitie kunnen passen. Zowel steden als kloosters en uithoven zijn echter niet opgenomen in de catalogus, omdat dit een meer uitgebreide studie zou vereisen die niet past binnen het tijdsbestek van dit onderzoek.
146 Olde Meierink 1995a: 17.
147 Noomen 1990: 129-130.
Inleiding
  45
 























































































   45   46   47   48   49