Page 435 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 435

                                ze in brand.’109 De aanhangers van de prefect, die de aanvallen uitvoerden, bestonden op dat moment uit Groninger burgers en Hunsigoers. Om vanuit de stad naar Noord-, Mid- en Zuidlaren te gaan, zouden ze dus langs het Bolwerk komen. Zowel Overdiep als Van den Broek gaan er daarom vanuit dat het Bolwerk wel Mit- of Nutspete moet zijn.110
Toch hoeft deze veronderstelling niet te betekenen dat het Bolwerk nu Mit- of Nutspete is. Tussen de stad Groningen en Noord-, Mid- en Zuidlaren hebben namelijk meer omgrachte terreinen gelegen die ook in aanmerking kunnen komen, want de schrijver van de Narracio is nu ook niet weer zo precies met zijn beschrijving. Daarnaast valt het Bolwerk in de dertiende eeuw onder het Gorecht en niet onder Drenthe. Het is niet aannemelijk dat Mit- of Nutspete, het hoofdkwartier van de Drenten, gelegen was op Gorechts grondgebied.111 Het Gorecht was immers het jurisdictiegebied van de burggraaf van Groningen. Deze burggraaf was gedurende de dertiende eeuw in conflict met de Drenten en zal geen Drentse kastelenbouw op Gorechts grondgebied hebben getolereerd.
Van den Broek geeft als oplossing voor dit dilemma dat de grens van het Gorecht moet zijn opgeschoven na een scheidsrechterlijke uitspraak ter beslechting van vijandelijkheden in het tweede kwart van de dertiende eeuw.112 Dit moet dan vóór 1249 zijn gebeurd, want toen was Noordlaren een Gorechts dorp.113 Landschappelijk gezien zou dat ook de meest logische locatie zijn voor een natuurlijke grens, want het oude met veen opgevulde beekdal bij het Besloten Veen vormde een barrière tussen het Gorecht en de Larens. Daarnaast is er nog een aanwijzing dat het gebied ten zuiden van het Besloten Veen onder Drents grondgebied zou vallen, want uit de aangehaalde passage blijkt dat er te Laren een kerk werd verwoest. Van den Broek gaat ervan uit dat hiermee Noordlaren wordt bedoeld. Verwoesting had vanuit Gronings perspectief alleen maar zin als een Drentse kerk werd aangepakt. Als met de kerk van Laren inderdaad die van Noordlaren en niet die van Zuidlaren wordt bedoeld, zou dit betekenen dat deze ten tijde van de verwoesting in 1232 nog steeds Drents was.114 Indien deze hypothese juist is, zou ter hoogte van het Besloten Veen Mit- of Nutspete kunnen hebben gelegen.
Maar is het Bolwerk dan het juiste terrein? Over deze kwestie heeft de amateurhistoricus
Overdiep zich eerder gebogen. Ter hoogte van het Besloten Veen komt namelijk alleen
maar het toponiem van het bisschoppelijk kasteel Blankeweer voor en niet dat van Mit- of
Nutspete. Toch kan het Bolwerk volgens Overdiep onmogelijk Blankeweer zijn. Uit historische
bronnen is immers bekend dat Blankeweer in een landweer ligt. Overdiep meent in het veld
de landweer waar te nemen parallel langs de Vogelzangsteeg, dus aan de noordzijde van het
Besloten Veen. Het Bolwerk kan volgens Overdiep niet Blankeweer zijn, want deze versterking
ligt volgens hem niet in een landweer. De door Overdiep beschreven landweer is echter niet overtuigend traceerbaar op kaartmateriaal en het AHN2. Mogelijk heeft hij de wallen langs
de weg als landweertracé aangewezen. Langs de zuidzijde van het Besloten Veen is wel een
landweer waarneembaar op het AHN2 waar het Bolwerk tegenaan ligt. Daarmee kan de argumentatie van Overdiep betreffende de landweer precies worden omgedraaid.115 C
Een tweede argument waarom het Bolwerk weleens door Frederik en zijn vijf Stichtse hoofdsteden kan zijn gebouwd, is de morfologische overeenkomst tussen het Bolwerk en Wolfsbarge. Deze kastelen zullen naar alle waarschijnlijkheid zijn verrezen in opdracht van dezelfde bouwheer met hetzelfde doel. Dat past vooral bij Frederik, die op systematische wijze het handelsverkeer tussen Groningen en het Oversticht wilde afsluiten.116 Nu zullen sommigen denken ‘maar rond is toch kenmerkend voor de dertiende eeuw en dus ouderwets rond 1400?' Deze veronderstelling is echter achterhaald, zoals in hoofdstuk 3 uitvoerig is
109 Van Rij 1989: 89.
110 Overdiep 1963: 241-247.
111 Gosses 1941: 61.
112 Van den Broek 2007: 297.
113 Van den Broek 2016: 297.
114 Van Rij 1989: 89 ziet Noordlaren als de bedoelde kerk.
115 Spiekhout 2016.
116 Zie in deze de catalogus ‘Blankeweer’ en ‘Wolfsbarge’.
Catalogus
 433
 










































































   433   434   435   436   437