Page 404 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 404
402
Hoofdstuk 6
zich mengden in familievetes. Onder bisschop Heinrich van Meurs (1424-1450) zien we dat door de bemoeienis in familievetes het Sticht in grote financiële problemen raakte. Behalve het kasteel Ramsdorf, dat bisschop Heinrich liet bouwen in de vete tegen Kleef, kwamen er geen nieuwe kastelen meer bij in het Sticht.
De studies van Kohl en Bockhorst laten het toe om de volgende fasen te onderscheiden van de kasteelontwikkeling in relatie tot de opbouw van gesloten machtsgebieden:
• Tot circa 1150 beschikte de bisschop over immuniteiten rondom Munster (ongeveer het latere ambt Wolbeck). Op Dülmen en Lohn na bezat hij geen kastelen.
• 1150-1300 – opbouw territoriale macht. Toen de Munsterse bisschop begon met de uitbouw van een wereldlijk territorium nam het aantal bisschoppelijke kastelen sterk toe door aankoop en nieuwbouw. Deze kastelen dienden als middel om de uitoefening van gezag in de pas aangekochte gebieden veilig te stellen en de aldaar gelegen bezittingen te beschermen. Sommige kastelen functioneerden sinds de dertiende eeuw als centrale punten voor de uitoefening van de rechtspraak en het handhaven van orde.
• 1300-1380 – verzwakking van de territoriale macht. Aan het begin van de veertiende eeuw verzwakte de positie van de bisschop dusdanig door geldproblemen dat hij genoodzaakt was een groot aantal kastelen te verpanden. Daardoor had hij er maar weinig zeggenschap over. De openhuis- politiek die hij in deze eeuw voerde was een reactie op de financiële problemen in het Sticht. Desondanks zijn er wel kastelen gebouwd, geruild en aangekocht. We zien in deze periode dat de bisschop ambtmannen ging aanstellen. Zij resideerden op het hoofdkasteel van het desbetreffende district en organiseerden van daaruit het bestuur, rechtspraak en het beheer van het bisschoppelijk bezit.
• 1380-1425 – consolidatie van de bisschoppelijke macht. Met hulp van de steden slaagde de bisschop erin zijn schulden af te betalen. Door oorlog te voeren tegen concurrerende dynasten in naburige gebieden waar meerdere territoriale machthebbers aanspraak op maakten wist de bisschop op militaire wijze zijn wereldlijke positie te versterken. Hij bouwde nieuwe kastelen tegen de naburige territoriale magnaten, kocht verschillende burchten aan en wist ook door usurpatie zijn kastelen uit te breiden. Daarnaast kocht hij goederen en rechten aan om het territorium af te ronden. Tegen ongehoorzame adel binnen zijn eigen territorium trad hij hard op.
• 1425-1450> – de tijd van de Westfaalse vetes. De bisschoppelijke positie verzwakte opnieuw. Behalve Ramsdorf werden er geen nieuwe bisschoppelijke kastelen aan het Sticht toegevoegd.
Discussie
Wat levert nu de vergelijking van het Oversticht met het Nedersticht en Munster op? De voornaamste conclusie is dat de grote lijnen van de kasteelontwikkeling in het Nedersticht overeenkomen met die in het Oversticht. Op twee punten is sprake van een aparte ontwikkeling, namelijk de bouw van versterkingen door partijen in Drenthe en het Gorecht en de bisschoppelijke kastelenpolitiek tussen 1350 en 1450. We kunnen dit deels verklaren door de afstand van de bisschop tot zijn wereldlijke bezittingen: in de Stichtse districten die het verst van Utrecht aflagen had hij het minste invloed als territoriaal machthebber. Om die reden vinden we kastelen van partijen die tijdens vetes zijn gebouwd alleen in de meest noordelijk gelegen streken. Ze staan symbool voor een gebrek aan bisschoppelijk gezag zoals we reeds in 6.2 en 6.3 hebben besproken. In de rest van het Sticht ontbreken ze. Dat de bisschoppen in het Oversticht tussen 1350 en 1450 veel kastelen bouwden of verwierven, terwijl in het Nedersticht er op Abcoude en Duurstede nagelaten geen nieuwe kastelen meer werden toegevoegd aan het bisschoppelijk bezit, komt doordat het Oversticht pas later kon worden geconsolideerd dan het Nedersticht. Ongetwijfeld zal ook afstand de reden zijn geweest waarom dit rondom Utrecht eerder plaatsvond dan in het bisschoppelijk territorium ten oosten en noorden van de IJssel.