Page 389 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 389
In het Zuidwest-Twentse kastelenlandschap heeft, zoals gezegd, de hoge concentratie al evenzeer te maken met de behoefte van edelen om op een woning van stand te wonen. We vinden hier voornamelijk huizen van borgmannen die van oudsher dichtbij het kasteel dienden te wonen dat zij moesten beschermen, in dit geval de kastelen Goor en Diepenheim. Hoewel de borgmannen in kwestie vaak ook lenen hadden die verder van de burcht aflagen, bleven ze ook na het uit gebruik raken van het borgmanssysteem wonen in de buurt van de burcht waarvan zij borgman waren. Zo ontstond het kastelencluster in dit gebied.
6.4 Discussie: het Overstichtse kastelenlandschap in (inter) nationaal perspectief
Om de hiervoor besproken bevindingen te toetsen dienen we idealiter het Oversticht te vergelijken met andere, door bisschoppen bestuurde gebieden, waarvoor kennis over de territoriale machtsopbouw, landschapsontwikkeling en kastelenbouw beschikbaar is. Willen we een gelijkwaardige vergelijking uitvoeren, dan zouden we het model van het kasteellandschap moeten toepassen op die andere laatmiddeleeuwse territoria. Dat is echter lastig omdat, zoals in paragraaf 1.2 reeds naar voren is gekomen, er op dit moment geen vergelijkbare studies voorhanden zijn die al deze bouwstenen behandelen. Het bredere wetenschappelijke belang van dit proefschrift is dan ook dat het een nieuwe werkwijze introduceert om de relatie tussen kasteel en landschap vanuit verschillende disciplines te ontsluiten (zie ook paragraaf 6.5 voor de betekenis van het model aan de wetenschappelijke debatten in het Europese en Nederlandse kastelenonderzoek) en de gegevens te interpreteren binnen de ontwikkeling van een territoriaal vorstendom.
Toch willen we proberen twee vergelijkingen met naburige territoria te maken om
de resultaten in een breder perspectief te plaatsen. Een voor de hand liggende keus
voor de eerste toetsing betreft die voor het Nedersticht Utrecht, aangezien dit onder
dezelfde territoriale machthebber viel. Er zijn voor dit gebied genoeg kasteelkundige, landschappelijke en historische gegevens beschikbaar. Aan de hand van deze informatie
kunnen we de verschillende facetten van het territoriale kastelenlandschap bespreken. Het
tweede vergelijkingsgebied is dat van het Sticht Munster: het territorium van de oostelijke buurman van de bisschop van Utrecht. We moeten er daarbij wel rekening mee houden
dat voor het bisdom Munster synthetiserende landschappelijke studies en kastelenstudies ontbreken die het gehele territorium bestrijken. Dat heeft er onder meer mee te maken dat
het wereldlijk territorium van het bisdom uit verschillende delen bestond die verspreid lagen
over de deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. We kunnen hier daarom uitsluitend 6 de kastelenpolitiek van de bisschop in relatie tot territoriumopbouw op hoofdlijnen schetsen.
De langetermijnontwikkeling van bisschoppelijke kastelen en adellijke huizen in het Nedersticht
We hebben in deze studie één deel van het Utrechtse prinsbisschoppelijk territorium bestudeerd: het Oversticht. Het Sticht Utrecht omvatte in de late middeleeuwen, zoals we in paragraaf 3.2 hebben besproken, nog een deel: het Nedersticht (figuur 6.1). Door de studies van Janssen, het Kastelenlexicon, het boek Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht en enkele recente publicaties te bestuderen is het mogelijk een eerste indruk van de langetermijnontwikkeling van kastelen voor dit gebied te schetsen.5
5 De algemene lijnen in onderstaande paragrafen zijn voornamelijk gebaseerd op Janssen 1977; 2014; Olde Meierink et al. 1995; https://www.kastelen.nl/start-kastelenlexicon-nederland.php. Deze bronnen hanteren wel andere kasteeldefinities. Voor een volwaardige vergelijking zou een uitgebreide inventarisatie moeten plaatsvinden waarin alle terreinen, die aan onze werkdefinitie voldoen, worden meegenomen.
Conclusie
387