Page 38 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 38

                                Hoofdstuk 1
Janssen had twee jaar eerder al het artikel The archaeology of the medieval castle in the Netherlands. Results and prospects for future research gepubliceerd waarin hij de stand van het Nederlandse onderzoek bespreekt en ook de vormontwikkeling van Nederlandse kastelen behandelt.122 Daarin stelt Janssen dat volgens hem het ultieme doel van kastelenonderzoek is om een functionele analyse uit te voeren op de verschillende militaire, politieke, administratieve, economische en sociale functies van kastelen. Zes jaar later publiceerde hij een onderzoek naar Nederlandse kastelen, Tussen woning en versterking, dat tot op heden nog altijd de belangrijkste studie is op het terrein van de Nederlandse kasteelontwikkeling.123 De nadruk van dit werk ligt nog steeds op de ontwikkeling van de vorm van de hoofdburcht, aangezien hier de meeste gegevens over beschikbaar waren op dat moment, maar in tegenstelling tot de eerdere indelingen heeft Janssen andere uitgangspunten toegevoegd aan zijn typologische ontwikkeling. Allereerst kiest hij ervoor alleen het oorspronkelijke bouwconcept te gebruiken, dus zonder eventuele latere uitbreidingen. Ten tweede koppelt hij deze vormontwikkeling aan de bouwheer. Tot slot hanteert hij ook een meer uitgebreide definitie van het historische kasteel: ‘Een kasteel is een middeleeuws gebouw dat de functies verdedigbaarheid en bewoonbaarheid combineert, door het verschaffen van woonruimte en verdedigbaarheid aan een beperkte groep mensen, variërend van een adellijke familie met een paar dienaren tot een kleine hofhouding en een militair garnizoen tot een maximum van ongeveer 50 personen. Essentieel hierbij is dat deze groep mensen in een afhankelijkheidsrelatie staat tot één persoon of instelling.'124 De daaruit voortgevloeide typologie (tabel 1.5) van Janssen is in allerlei opzichten veel duidelijker afgebakend dan die van eerdere onderzoekers. Janssen is in 2011 met pensioen gegaan. Zijn leerstoel is nadien niet opnieuw bezet geraakt.
  Kasteeltype
Ringwalburgen
Versterkte vorstelijke residenties
Residenties: zaalbouwen
Residenties: donjons
Mottekastelen met hoge motte (6 meter - 10 meter)
Motte kasteel met lage motte (3 meter - 4 meter)
Ronde en polygonale kastelen
Vierkante kastelen
Woon- en zaaltorenkastelen: woontorens
Woon- en zaaltorenkastelen: zaaltorens
Woon- en zaaltorenkastelen: compacte zaaltorenkastelen Omgrachte adellijke huizen
Opdrachtgever
onbekend
vorsten
kleine dynasten
kleine dynasten
landsheren, hoge adel, lage adel
landsheren, hoge adel, lage adel
landsheren, hoge adel landsheren, hoge adel lage adel
lage adel
lage adel
Globale gebruiksduur
850-1100 1050-1250 1050-1150 1150-1250 1000-1200
1150-1250
1150-1350 1275> 1225-1500 1250-1350 1350-1425 1450
Voornoemde overzichtsstudies, die sterk de beeldvorming over Nederlandse kastelen hebben bepaald, worden gekarakteriseerd door een overwegend architectonische benadering van de hoofdburcht. We zien deze aanpak terugkeren in tal van Nederlandse studies. Hoewel dit soort publicaties interessante gegevens hebben opgeleverd over bouwgeschiedenis en soms ook over de familiegeschiedenis van een bepaald geslacht, hebben we ze in het historiografisch overzicht buiten beschouwing gelaten omdat zij niet bepalend zijn voor de theorie- en methodologievorming van het Nederlandse kastelenonderzoek.
122 Janssen 1990.
123 Janssen 1996.
124 Janssen 1996: 16.
  lage adel
Tabel 1.5: Morfologie, chronologie en opdrachtgevers van middeleeuwse kasteeltypen in Nederland
  volgens Janssen (1996).
Disciplinaire studies vanaf de jaren zeventig
 36






























































   36   37   38   39   40