Page 373 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 373

                                Wat de impact van de opeenvolgende generaties kasteelheren Van Goor is geweest op het fysieke landschap, is door het gebrek aan bronnen minder duidelijk. Rond 1200 bezat de heer van Goor veel goederen in zowel Ameide, dat op dat moment in het Nedersticht lag, als in Goor. Een belangrijk verschil met de graven van Dale-Diepenheim is dat deze goederen niet behoorden tot het eigen patrimonium. De kasteelheer hield ze in leen van de bisschop van Utrecht. De heer van Goor verkeerde regelmatig in bisschoppelijke kringen. Tijdens de Slag bij Ane in 1227 reed Rudolf van Goor in het bisschoppelijke leger voorop met de banier van Sint-Maarten.
Figuur 5.25: De ligging van de kastelen gedurende fase 2. Kasteel Diepenheim is verplaatst naar het westen richting de stuwwal.
Fase 3 – circa 1250-1331: Goor weer in eigendom van de bisschop
Omstreeks 1250 belegerde de koning op verzoek van de bisschop van Utrecht succesvol kasteel Goor, waarna de kasteelheer uit zijn burcht werd gezet. Daarmee voorkwam de bisschop dat zijn ongehoorzame leenman, net zoals zijn zuidelijke buurman in Diepenheim, een eigen territorium kon ontwikkelen waarbij kasteel Goor als stamkasteel zou fungeren. Zo’n ontwikkeling zou immers mogelijk ten koste kunnen gaan van Stichts grondgebied. De bisschop zal er veel belang bij hebben gehad om dit onafhankelijkheidsstreven tegen te gaan, zeker na de problemen die zich eerder in Coevorden hadden voorgedaan.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
 5
371
 



























































































   371   372   373   374   375