Page 355 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 355

                                methodiek. Aan de hand van deze werkwijze krijgen we inzicht in de verdeling van de rechten op de grond in de directe omgeving van de laatmiddeleeuwse kastelen. In totaal gaat het om 297 erven die met zekerheid uit de periode vóór 1501 dateren (zie bijlage 5.1, 5.13- 5.14) en waarvan we in de meeste gevallen de geschiedenis in ieder geval tot het einde van de veertiende eeuw terug kunnen volgen. De indeling van de tabellen per marke (bijlage 5.1) is gebaseerd op degene die het erf omstreeks 1400 in bezit had.342 We bespreken daarom in de volgende paragrafen het grondbezit vanuit de situatie aan het einde van de veertiende eeuw.
Het merendeel van de 297 boerderijen in de tien onderzochte marken en stadsgerichten, namelijk 173,5 (59 procent), was rond 1400 in handen van grootgrondbezitters.343 Deze kunnen naar eigenaar in drie categorieën worden ingedeeld: (1) de bisschop van Utrecht, (2) de rijksabdijen Metelen en Vreden, (3) de kloosters en gasthuizen uit de regio, en (4) de adel. Misschien dat dit aandeel nog hoger is geweest, want voor 122,5 boerderijen (41 procent) is niet duidelijk wie in de middeleeuwen de eigenaar was. De kans bestaat dat het hier grotendeels om eigenerfde boeren ging. In de komende paragrafen zullen we voor de vier groepen grootgrondbezitters proberen na te gaan hoe oud hun rechten op de grond waren, hoe zij deze rechten in grote lijnen hebben verworven en of er een relatie is met de kasteelontwikkeling in Zuidwest-Twente.
Hofhorige goederen van rijksabdijen
In de onderzochte Zuidwest-Twentse marken liggen vijf boerderijen van twee rijksabdijen, te
weten twee boerderijen van het Stift Metelen en drie van het Stift Vreden. Hoe deze rijksabdijen
aan dit bezit zijn gekomen is onduidelijk, maar gezien hun negende-eeuwse ouderdom
is het mogelijk dat deze goederen teruggaan op vroegmiddeleeuwse domeingoederen.
Het Stift Metelen bezat zowel de blooteigendom als het vruchtgebruik (voleigendom) van
de boerderijen Tijman in Markelo en Assink in Elsen. De voleigendom van de boerderijen Koenderink en Luppink te Stockum en de blooteigendom van Rierink te Stockum was in het
bezit van het stift Vreden. Dit stift bezat overigens vóór 1400 meer boerderijen in Zuidwest-
Twente, maar heeft dit bezit op een onbekend moment afgestoten. Zo weten we uit een oorkonde dat in 1225 het Stift erve Lowik in erfpacht heeft uitgegeven aan de drost van 5 Diepenheim.344 En in 1345 deed hij dit ook met het erve Zygynk in Markelo.345
Goederen van kapittels
Een tweede categorie oude grootgrondbezitters zijn de kapittels. Het oudste kapittel dat goederen in Zuidwest-Twente had liggen is het in de negende eeuw gestichte Sint- Lebuïnuskapittel in Deventer. De kanunnikengemeenschap in Oldenzaal dateert uit 945 en die van Sint-Pieter uit 1048.346 Vier Zuidwest-Twentse boerderijen waren onderhorig aan de Eesterhof in Deventer, die behoorde tot de proosdij van Lebuinus. Deze kanunniken bezaten de voleigendom van drie boerderijen in de marke Elsen, – namelijk Henrikink, Rotman en Holten – en de boerderij Mensink in Stockum.
De proosdij van Oldenzaal bezat de voleigendom van de boerderijen Megelink en Leusink in Elsen evenals Harbertink en Ikkink te Stockum. Hoewel deze eigendomsverhoudingen pas in de nieuwe tijd bewezen kunnen worden, waren deze erven hoogstwaarschijnlijk al veel langer in bezit van deze proosdij.
Het kapittel van Sint-Pieter bezat omstreeks 1440 de blooteigendom en tevens het vruchtgebruik van één erf, namelijk Wichmink/Scholte in de marke Herike. Dit erf was onderhorig aan de hof te Espelo. Zoals in de volgende paragraaf nader wordt besproken, had het kapittel tenminste één ander goed tot 1299 in zijn bezit. Het heeft dat echter afgestoten ten gunste van het (jongere) klooster Ter Hunnepe.347
342 Hulshoff 1953.
343 Zie voor een uitgebreide analyse de tabellen in bijlage 5.1.
344 OSU II nr. 733; OBO IV nr. 974 (zie aantekeningen aldaar).
345 OBO VI nr. 1297 (zie aantekeningen aldaar).
346 Van Vliet 2002: 185; Spek 2010, 125.
347 OSU V nr. 2941.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
 353
 











































































   353   354   355   356   357