Page 35 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 35
kastelen op, waaronder enkele vroegmiddeleeuwse ringwalburchten in Zeeland, waardoor
ook over dit type meer inzicht werd verkregen.107 Van Giffen heeft vier kastelen opgegraven, 1 namelijk kasteel Alfa in Groningen uit de Tachtigjarige Oorlog, de kastelen Grunsvoort en
Rosande in Gelderland, en de Waterburcht bij Eelde in Drenthe.108
Na de Tweede Wereldoorlog nam het archeologisch onderzoek naar kasteeloverblijfselen in Nederland toe. Dit kwam door de oorlogsschade en doordat veel terreinen door de expansie van steden werden bedreigd waardoor archeologen tal van noodopgravingen moesten uitvoeren.109 De oprichting van de Nederlandse Kastelenstichting in 1945 gaf een belangrijke impuls aan de verdere ontwikkeling van kastelenstudies in Nederland. Het belangrijkste doel van de stichting was om kennis over kastelen te vergaren, te behouden en te verspreiden.110 De toename aan vooral bouwhistorische data leidde tot talrijke studies waarin de architectuurontwikkeling van individuele kastelen werd geschetst, wat het op den duur ook mogelijk maakte om overzichtswerken te publiceren over de Nederlandse kastelen en hun ontwikkeling.
De architectuurhistoricus en tevens hoogleraar aan de technische hogeschool in Delft, Engelbert Hendrik ter Kuile, was de eerste die een dergelijke poging waagde in zijn boek Kastelen en adellijke huizen: de schoonheid van ons land deel XIII uit 1954.111 De voornaamste bijdrage van zijn studie is de daarin beschreven indeling van Nederlandse kastelen op basis van hun morfologische kenmerken. Ter Kuile’s werk bevat echter geen gedegen kwantitatieve analyse van de besproken burchten, en biedt geen nadere verantwoording van zijn indeling. Hij onderscheidt achtereenvolgens ronde kastelen, alleenstaande woon- en verdedigingstorens, vierkante of rechthoekige kastelen met hoektorens, onregelmatige kastelen met donjon, en overige middeleeuwse kastelen. Het type ronde kastelen is volgens Ter Kuile de oudst voorkomende architectuurvorm. Deze raakte volgens hem al vrij snel buiten gebruik, al geeft hij niet aan wanneer dit precies gebeurde. Alleenstaande woon- en verdedigingstorens komen volgens hem ook al in de vroege middeleeuwen voor. In de dertiende eeuw doet een nieuw kasteeltype zijn intrede: het vierkante of rechthoekige kasteel met hoektorens. Anders dan bij de eerdere kasteeltypen vermeldt hij nu wél een einddatering voor het vierkante kasteel, namelijk 1528, het jaar dat de Habsburgers de macht in het Neder- en Oversticht overnamen. Onregelmatige kastelen vormen volgens Ter Kuile een minder duidelijk type vanwege hun variatie in vorm. Hij geeft voor dit type geen specifieke datering. Datzelfde geldt voor de categorie ‘overige kastelen’, de kastelen die Ter Kuile niet nader kan thuisbrengen (zie tabel 1.2.).
Inleiding
Architectuurvormen
Ronde kastelen
Solitaire woon- en verdedigingstorens Vierkante kastelen met hoektorens Onregelmatige kastelen
Overige kastelen
Datering
vroege middeleeuwen - ? vroege middeleeuwen - ? circa 1200 - 1528
geen specifieke datering geen specifieke datering
Tabel 1.2 Morfologie en chronologie van middeleeuwse kasteeltypen in Nederland volgens Ter Kuile (1954).
In 1955 publiceerde Alphons I.J.M. Schellart, bouwkundige en een groot liefhebber van kastelen, een overzicht van alle middeleeuwse versterkingen met een ronde, veelhoekige of ovale grondvorm, getiteld Ronde burchten in Nederland.112 Hij benoemt twee ronde kasteeltypen, te weten de motte en de vluchtburcht. In 1958 en 1960 heeft Schellart
107 Braat 1941; 1945; 1954.
108 Renaud et al. 1991, 11. Van Giffen heeft de resultaten van deze opgravingen nooit gepubliceerd.
109 Renaud 1983: 4.
110 Janssen 1992: 4.
111 Ter Kuile 1954.
112 Schellart 1955.
33