Page 344 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 344

                                Hoofdstuk 5
woonden. Er zijn echter geen bronnen bekend over het functioneren van de borgmannen in de dertiende en het begin van de veertiende eeuw. Het zou dus ook heel goed kunnen dat de Diepenheimse borgmannen, net als die van Goor, eerst op of bij het kasteel leefden en dat het wonen op huizen rondom het kasteel een secundaire ontwikkeling is.
Figuur 5.21: Indeling van Het Schild en het kasteel Goor. De genoemde locaties zijn gebaseerd op Ten Doesschate (1938) en de ligging van de hof Goor op ongepubliceerd onderzoek van Woolderink. Borgman Coep van Tie zou aan de noordzijde van de Grote Poort wonen, waarna in 1313 een opsomming volgde van de andere borgmannen. We zien dat zowel Het Schild als het kasteel eigenlijk een soort hoofdburcht en voorburcht vormen waarbij de toegangswegen zijn afgeschermd met poorten en het geheel wordt omgeven door een gracht. De hof Goor bezit een kavel dat is gelegen in de gracht. Dit is mijns inziens het resultaat van een latere ingreep waarbij de gracht werd gedempt en de vrijgekomen grond werd verdeeld over de rechthebbenden, waaronder de hof Goor.
In hoeverre is het functioneren van de borgmannen aan verandering onderhevig geweest? We hebben voor Goor reeds gezien dat de residentieplicht in de loop der tijd versoepelde. We weten ook dat er in 1313 twintig borgmannen waren. In 1379 kunnen we weer een volledig overzicht krijgen van het aantal borgmannen in Goor en Diepenheim omdat deze zijn opgesomd in de lijst van leenmannen en indirect in de leenprotocollen.278 We krijgen
278 Zie de bijlagen 5.2 t/m 5.6. De ligging van deze borglenen wordt in de paragraaf over eigendomsrechten op grond behandeld.
  342





























































































   342   343   344   345   346