Page 346 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 346

                                Hoofdstuk 5
betrokken personen legden de schepenen de zaak of vast.287 De vrijwillige rechtspraak betrof niet alleen burgers, maar ook borgmannen en andere adel.
Samenvattend kunnen we stellen dat de aanwezigheid van de kastelen invloed heeft gehad op de samenstelling van de microregionale samenleving. Behalve de kasteelbewoners en het dienstpersoneel zijn vooral de borgmannen een aparte laag in de samenleving gaan vormen. Als gevolg van stadsontwikkeling is daar ook burgerij bijgekomen.
5.12 Relaties tussen de kastelen en de kerk
Kerkfiliatie en parochiestructuur
Zuidwest-Twente werd na de kerstening voor het grootste gedeelte toegewezen aan het Utrechtse diocees, meer specifiek aan het aartsdiakonaat van Oldenzaal.288 Het buurschap Markvelde lag daarentegen in het diocees Munster. Deze oude grens is nog altijd te herkennen aan de boerderijen die in de late middeleeuwen een afdracht moesten leveren aan de koster te Neede.289
In ons onderzoeksgebied kwamen in de vijftiende eeuw zes parochies voor, namelijk de Utrechtse parochies Rijssen, Markelo, Delden, Goor en Diepenheim en de Munsterse parochie Neede. De marke Elsen behoorde tot de parochie Rijssen, de marken Wiene, Zeldam en Hengeveld tot Delden en de marken Stockum, Herike en Elsen tot Markelo. Goor vormde een afzonderlijk kerspel, net als Diepenheim. Markvelde- Middendorp en Markvelde Negenhuizen hoorden in die periode ook nog tot de marke en parochie Diepenheim.290 Markvelde-achterveld, dat in de middeleeuwen de gehele marke Markvelde vormde, behoorde tot de parochie Neede.291
Volgens de historici Joosting en Muller is de parochie Goor tussen 1457 en 1484 afgescheiden van de parochie Delden, die al in 1118 bestond en toebehoorde aan het kapittel van Sint- Pieter te Utrecht en vanaf 1294 aan het kapittel van Deventer.292 Voor de kerk van Markelo en Rijssen vermelden Joosting en Muller geen datering, maar ze konden aantonen dat deze parochies toebehoorden aan de scholasticus van Sint-Marie.293 Betreffende Diepenheim geven zij op basis van een charter wel een datering. Deze parochie is volgens hen in 1224 afgesplitst van Markelo.294 Daaruit kan overigens indirect worden vastgesteld dat de parochie Markelo al vóór 1224 bestond.
De bovengenoemde veronderstelling over het ontstaan van de parochie Goor kan echter niet juist zijn. De kerk van Goor wordt namelijk al in 1348 in het oudste register van de vrijwillige rechtspraak van de stad Goor genoemd als locatie in een kwestie over onroerend goed.295 Waar een kerk is, moet ook een parochie zijn en deze parochie moet dus al in 1348 hebben bestaan. Overtuigend bewijs voor de exacte ouderdom van de kerk valt op grond van historische kennis niet aan te dragen. Aangezien het kerspel Goor in vergelijking tot de kerspelen Rijssen, Delden en Markelo aanzienlijk kleiner is, zou het voor de hand liggen dat we te maken hebben met een dochterkerk die is afgesplitst van de parochie Delden of Markelo.
287 Vredenberg 1974: 7.
288 Kuys 2004: 12.
289 Woolderink 2015.
290 Smit 1969: 2-3.
291 Joosting & Muller 1915: 478-481.
292 Joosting & Muller 1915: 480.
293 Joosting & Muller 1915: 478, 481.
294 Joosting & Muller 1915: 481.
295 Vredenberg 1974: nr. 13.
344
 















































































   344   345   346   347   348