Page 336 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 336
Hoofdstuk 5
territorium daarmee te vergroten. Dit past ook in het motief dat wordt aangedragen voor de koop: het beschermen van de onderzaten van de bisschop tegen de ’roofridderpraktijken’ vanuit Dale en Diepenheim.210 In de aankoop-oorkonde wordt ook een onderliggend motief genoemd, namelijk het verkrijgen van de wereldlijke hoogheid in een gebied dat vanouds tot het bisdom Utrecht behoorde.211
Wanneer we de koop van Diepenheim bekijken met een oog op de bisschoppelijke kas roept deze echter veel vragen op. De bisschop zat namelijk in die tijd ontegenzeggelijk op zwart zaad en moest veel goederen en rechten in pand geven om het hoofd boven water te houden.212 Een investering in een nieuwe heerlijkheid lag dus absoluut niet voor de hand. Zowel Tromp als Jongbloed vermoeden daarom dat de werkelijke motieven voor de aankoop niet bij de Utrechtse kerk moeten worden gezocht, maar bij graaf Reinoud II van Gelre.213 Volgens Tromp speelde de graaf tussen 1330 en 1340 namelijk een grote rol in het terugdringen van het gezag van Jan van Diest om vervolgens zelf politiek overwicht te verkrijgen in het Oversticht. Dat blijkt uit een brief die Reinoud II aan de paus zond. Hierin stelde de Gelderse graaf dat de gebieden Salland en Twente verloren dreigden te gaan, zoals dit met een naburige streek – vermoedelijk bedoelde hij Drenthe – ook was gebeurd. Om Twente en Salland voor anarchie te behoeden verzocht Reinoud II de paus om hem de schoutambten van beide gebieden te laten bezetten voor de Utrechtse kerk. De bisschop moest dan wel aan Reinoud 800 pond per jaar betalen. De paus gaf gehoor aan Reinouds brief en in 1330 werd Reinouds voorstel uitgevoerd.214 Een tweede stap van graaf Reinoud was om de bisschop financieel afhankelijk te maken door hem indirect geld te lenen voor de koop van het Daals-Diepenheimse bezit. Tromp meent dat deze koop van bisschoppelijke zijde was gemotiveerd doordat de heerlijkheid een bedreiging vormde voor het Sticht, aangezien de graven van Dale-Diepenheim leenroerig zouden zijn aan Gelre en dat Diepenheim was gelegen op Overstichts grondgebied.215
Jongbloed geeft een andere versie van de motieven rondom de aankoop van Dale- Diepenheim door bisschop Jan. Hij stelt ook dat de kern van het motief weliswaar in Gelre lag, maar dat de Gelderse belangen in Dale-Diepenheim moeten worden gezocht bij het neutraliseren van de aanspraken op de Daals-Diepenheimse bezittingen door een Hollandse tak van het Diepenheimse geslacht. Het gaat om de Hollandse edelman Hendrik Van Diepenheim/Van Haarlem die in 1307 en 1320 wordt genoemd in oorkonden. Bij kinderloos overlijden van erfgename Cunegunde van Dale-Diepenheim kon deze Hendrik aanspraak maken op de heerlijkheid Diepenheim.216 Zo’ n vergaande invloed van een Hollandse ridder, die zich ook nog in kringen van de Hollandse graaf bevond, is een scenario dat graaf Reinoud II op alle mogelijke manieren zal hebben proberen te voorkomen.
Maar Jongbloed gaat nog verder, want hij oppert dat om voornoemde reden Reinoud II Jan van Diest in 1320 is gaan steunen bij diens streven bisschop van Utrecht te worden. Ze zouden een afspraak hebben gemaakt: als Van Diest bisschop werd, zou hij ervoor zorgen dat het kinderloze huwelijk van Cunegunde met Otto van Tecklenburg werd ontbonden, zodat zij vervolgens met de Gelderse edelman Willem van Boxtel kon trouwen. Vervolgens zou de heerlijkheid via Van Boxtel worden verkocht aan de bisschop, waardoor de graaf van de Hollandse dreiging af was. Graaf Reinoud II zou op zijn beurt via zijn netwerk steun betuigen aan Van Diest.217 Of deze overeenkomst daadwerkelijk is gesloten, valt lastig te bewijzen. De hypothese is zeker aanlokkelijk, vooral omdat bekend is dat het huwelijk van Cunegunde met Otto van Tecklenburg is ontbonden en dat zij later met Willem van Boxtel trouwde. Na de dood van Jan van Diest viel de Gelderse strategie om het Oversticht in handen te
210 UA BA nr. 78.
211 Jongbloed 2015: 37.
212 Zie hoofdstuk 3.
213 Tromp 1985: 184-185; Jongbloed 2015: 30-31.
214 Tromp 1985: 184-185.
215 Tromp 1985: 185.
216 Jongbloed 2015: 38-39.
217 Jongbloed 2015: 44.
334