Page 293 - Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht - Diana Spiekhout
P. 293
overgeleverd.52 Hoewel het Memoriale Adelboldi een valse oorkonde is uit zogenaamd 1021 waarin de zeven hofambten van de Utrechtse kerk worden beschreven, zou de inhoud in werkelijkheid de situatie tussen 1178 en 1196 beschrijven. 53 De bron geeft de rijksideologie weer waarin de graven als steunpilaren van het bisschoppelijk gezag functioneerden en de bisschop boven de graven stond in de hiërarchie.54 Van de andere kastelen bestaan niet eens dergelijke historische aanwijzingen.
Dankzij het monnikenwerk van boerderijhistoricus Woolderink, dat hiervoor al kort ter sprake is gekomen, is het echter wel mogelijk om een indruk te verkrijgen van de laatmiddeleeuwse eigenaren van vrijwel alle boerderijen in het studiegebied. Zijn onderzoek is gebaseerd op middeleeuwse en vroegmoderne bronnen die hij gedurende enkele tientallen jaren nauwgezet heeft geïnventariseerd en gedocumenteerd.55 In zijn werken staan alle gegevens van de Twentse boerderijlocaties, het type eigendom (allodiaal, feodaal, horig) en de afdrachten die aan deze erven waren verbonden (tienden, miskoren, et cetera).56 Op basis van die verzamelde vermeldingen kon vervolgens een selectie worden gemaakt van alle boerderijen die van vóór 1500 dateren. De door Woolderink verzamelde locatiegegevens zijn ingevoerd in een GIS-database.57 Behalve de basisdata van Woolderink heb ik ook de hiervoor besproken kaartlaag van de goederen van de graven van Dale-Diepenheim toegevoegd en zijn de borglenen van Goor en Diepenheim apart onderscheiden.58
Voor het onderzoek naar de rechten op de grond van de diverse boerderijen is allereerst per marke een tabel gemaakt (bijlage 5.1) van de door Woolderink verzamelde gegevens, voor zover die door de tijd te volgen zijn. Vervolgens zijn twee kaartlagen in GIS gemaakt. De eerste kaartlaag (bijlage 5.13) geeft de blooteigendom volgens Woolderink weer van een boerderij. In de tweede kaartlaag zijn de eigenaren van het vruchtgebruik weergeven (bijlage 5.14). Daarbij zijn de grootgrondbezitters verdeeld naar adellijke personen, geestelijke instellingen en eigenerfden.
5.5 De kastelen
Inleiding 5 Dat we tegenwoordig rondom Goor en Diepenheim een hoge concentratie adellijke
huizen aantreffen is het resultaat van een ontwikkeling die begon rond de elfde à twaalfde
eeuw. Gedurende hun bestaan zijn de kastelen vele malen verbouwd, verwoest, verbrand, verplaatst en van eigenaar gewisseld. In de volgende paragrafen bespreken we in het kort
de aanleg en gebruiksduur, de verschijningsvorm en de bouwheren of eigenaren van de Zuidwest-Twentse kastelen. Voor een uitgebreide beschrijving van de stand van kennis per kasteel kan de catalogus worden geraadpleegd. Vervolgens zullen we de achtergrond van het stamkasteel van de graven van Dale bespreken, aangezien dit kasteel van belang is bij de bespreking van de kasteelgeschiedenis van Diepenheim tot 1331.
Chronologie, verschijningsvorm en bouwheren van de Zuidwest-Twentse kastelen: een beknopt overzicht van Diepenheim en Goor
We zijn het best geïnformeerd over de geschiedenis van de kastelen Goor en Diepenheim. Deze burchten zijn niet alleen de oudste, maar hebben ook zowel op lokaal, regionaal als territoriaal niveau een belangrijke rol gespeeld in het middeleeuwse Oversticht, zoals duidelijk is gemaakt in het vorige hoofdstuk. Over de jongere kastelen is veel minder bekend. Een vaststaand feit is dat ze tussen circa 1350 en 1600 als representatief huis voor een adellijk
52 OSU I nr. 174: Tenhaeff 1913: 129-130. Beke’s datering is niet precies.
53 Buitelaar 1993: 83.
54 Buitelaar 1993: 83.
55 Woolderink 2013; Woolderink 2014; Woolderink 2015.
56 Woolderink 2013; Woolderink 2014; Woolderink 2015.
57 Deze laag is gemaakt door Thomas Vermaut in opdracht van het Kenniscentrum Landschap en de
Fryske Akademy voor het project hofhorige erven. 58 Eijken 1995.
Het kastelenlandschap van Zuidwest-Twente
291